1000 PUNTEN

(Roel Evertse)

Het zal de lezer waarschijnlijk maar matig interesseren, maar onlangs had ik iets te vieren: mijn 1000e gescoorde punt, sinds ik er een gewoonte van ben gaan maken om mijn schaakresultaten netjes te noteren. Dat doe ik sinds het seizoen 1973-1974, eerst in een multo-cahier , waarvan bestaan en gebruik waarschijnlijk alleen nog bekend zijn bij 50-plussers, later uiteraard in de PC. En zo kwam het dat ik op zaterdag 14 oktober 2006 mijn 1000e punt scoorde in de KNSB-wedstrijd tegen BAT Zevenaar. Voor de goede orde: ik onderscheid reguliere partijen, rapid- en snelschaak, en scoorde respectievelijk 430 (uit 757), 183˝ (uit 278) en 386˝ (uit 640), in totaal dus 1000 punten uit 1675 partijen. Het betreft overigens alleen “officiële” partijen, maar het is vanzelfsprekend wel een bonte verzameling rijp en groen. Waar je nog enigszins mee voor de dag kunt komen zijn de 4 punten uit 7 partijen in het Studentenkampioenschap van Nederland van 1975, met die vermakelijke overwinning op Roy Dieks, en de voor mijn doen heel fraaie 5 uit 9, die ik in het seizoen 1986-1987 in de Hoofdklasse (nu: Meesterklasse) KNSB voor DD scoorde, maar ik zie er ook wat toernooien en competities van bedenkelijker allooi bij staan: neem nou dat sneue snelschaaktoernooi in Schagen en niet te vergeten de heel zwakke interne competitie van de treurige schaakclub Gouda-Bloemendaal (opgericht in 1983 en zo’n 10 jaar later al weer ter ziele gegaan). Kortom, het gaat nergens over, of toch wel?

Wat brengt een mens er eigenlijk toe om lijstjes bij te houden in een kennelijke poging het verleden of misschien wel een heel leven te conserveren? Willen we, wil ik het gevoel krijgen niet voor niets geleefd te hebben? En zou dat dan afhangen van het antwoord op de prangende vraag of ik in dat Open Snelschaakkampioenschap van Schaakvereniging Schagen in 1977 6˝ of 7 uit 11 heb gescoord in groep A? Want reken maar dat mijn verbetenheid om die lijstjes vooral compleet en correct te krijgen bijzonder groot is! Het eigenlijke resultaat in de zin van al dan niet een mooie score doet er eigenlijk niet eens zo veel toe. Als het maar klopt! Misschien moeten we achter al die dwangmatigheid niet al te veel zoeken. Zowel bij het analyseren van schaakpartijen als van de geest is het goed om eerst maar eens de domste oplossing of verklaring te vinden en in dit geval is mijn verzameling statistiekjes een soort fotoboek vol met herinneringen en een fotoboek moet er wel een beetje netjes uitzien. De 1000-puntenfoto plakken we bij deze in.

Wit: Henk Karssen
Zwart: Roel Evertse
14 oktober 2006, BAT Zevenaar – SV Doetinchem

1.d2 -d4, d7-d5  2. c2-c4, c7-c6  3. Pg1-f3, Pg8-f6  4. Pb1-c3, d5xc4  5. a2-a4, Lc8-g4 (De Steinervariant, een beetje dubieus, maar op ons niveau goed speelbaar.) 6. e2-e3 (Gebruikelijk en ook sterker is 6. Pf3-e5, Lg4-h5, 7. f2-f3) 6. …, e7-e5!? (De scherpste voortzetting, 6. …, e6 is meer solide.) 7. Lf1xc4?!, e5xd4?! (Handiger is eerst slaan op f3, zoals ik in twee eerdere partijen had gedaan. Slaan op f7 is niks, maar nu kan wit met de dame en vervolgens met het paard op d4 slaan met gelijk spel.) 8. e3xd4, Lg4xf3 9. Dd1xf3?! (Een interessant, maar waarschijnlijk incorrect pionoffer, dat ik voor het eerst tegen Ard van Bergen op het bord kreeg (Messemaker-DD2, Gouda 1995) 9. …, Dd8xd4 10. Df3-e2+, Lf8-e7 11. 0-0, Pb8-d7 (Hier gaan alle witspelers in de denktank en dat is logisch. Van Bergen speelde het voor de hand liggende 12. Tf1-e1, maar het grappige is dat dan juist de zwarte rokade mogelijk wordt in verband met de ongedekte positie van de toren op e1. Karssen speelt de hangende loper op c4 weg - op zich een beter idee - , maar die had natuurlijk naar a2 gemoeten en niet naar b3.) 12. Lc4-b3?, Dd4-b4 (Valt de loper op b3 aan dekt de eigen loper op e7.) 13. Ta1-a3, 0-0 14. Lb3-a2, Le7-c5 15. Ta3-b3, Db4-h4 (Nu krijgt zwart aanvalskansen. Er volgt nu een leuk intermezzo, waarbij de zwarte dame twee keer “over de hele” gaat.) 16. Pc3-d1, Dh4xa4 17. Pd1-c3, Da4-h4 18. Tb3xb7, Ta8-e8! 19. Lc1-e3? (Een vreselijke zet, waarna het geforceerd uit is, maar ook na 19. De2-f3, Pf6-g4 20. Df3-f4, Pd7-f6! 21. h2-h3, Dh4xf2! staat zwart heel goed.)  19. …, Pf6-g4 20. h2-h3, Pg4xe3 21. Tb7xd7, Pe3xf1 22. Td7xf7, Te8xe2 en wit geeft het op, want zwart gaat niet mat, omdat de toren op f8 gedekt staat.

Op naar de 2000 zou je zeggen, maar een partij later, tegen de Marino de Verschrikkelijke, sta ik nog steeds op 1000 en dat was zeker niet om te vieren! 

Roel Evertse