1e OPEN N.K. FANTASIESCHAAK: EEN SCHITTEREND FIASCO!

door Roel Evertse
 

Slechts 15 deelnemers zijn zaterdag 12 april afgekomen op het door het 100-jarige SV Doetinchem georganiseerde 1e open NK Fantasieschaak. En dat ondanks veel reclame en mooie geldprijzen. Misschien hadden we te veel concurrentie van andere toernooien of misschien spreekt fantasieschaak toch minder aan? Qua aantal deelnemers en financieel is het dus op een fiasco uitgelopen, maar dan wel een schitterend fiasco! De aanwezige spelers hebben voor een prachtig spektakel gezorgd, het enthousiasme was groot en de sfeer uitstekend.
We hadden gekozen voor een Zwitsers toernooi met in zeven ronden steeds een andere vorm van fantasieschaak. Achtereenvolgens kwamen marseille-schaak (tweezet), schietschaak, diagonaalpion, patrouilleschaak, cilinderschaak, pionnen ook achteruit en verplaatsingsschaak aan bod. Een dergelijke opzet heeft het voordeel van afwisseling, maar vereist ook een grote lenigheid van geest. Kees Nederkoorn, voorzitter van SV Doetinchem, bleek de lenigste en won het toernooi overtuigend met 6 uit 7.
Bij de aankondiging van het toernooi schreef ik al in Schaakmagazine dat een beetje voorbereiding geen kwaad zou kunnen. Natuurlijk is het vrijwel onmogelijk en bovendien niet erg nuttig om je diepgaand voor te bereiden op zeven totaal verschillende vormen van schaak, die je slechts een enkele keer per jaar speelt. Aan de andere kant, een klein uurtje patrouilleschaak bestuderen had wellicht onderstaand foutenfestival kunnen voorkomen.

zwart: Bert Lenderink

wit: Theo Goossen

Zwart raakte hier zijn dame aan met de bedoeling de toren op f8 te slaan. Dat mag dus niet bij patrouilleschaak, omdat slechts geslagen mag worden, indien het slaande stuk gedekt staat. De dame op e7 staat ongedekt en mag dus niet slaan. Anderzijds staat zwart ook niet schaak, omdat ook de toren op f8 ongedekt staat. Als arbiter moest ik enige moeite doen om de zwartspeler ervan te overtuigen dat hij een zet met de dame moest doen en dat ding op f8 ongemoeid mocht, nee: moest laten! Uiteindelijk, na drie maal ”Ja, maar ik sta schaak!”, viel het kwartje en speelde hij heel goed 1. …, De7-f6!, waarmee de toren de pas wordt afgesneden en weldra veroverd zal worden. Wit speelde nu de begrijpelijke, maar wel afgrondelijke zet 2. Dd1-f1??, waarop zwart, niets in de gaten hebbend, snel met 2. …, Df6xf8?? de verweesde toren ophengelde. Als hij iets beter had opgelet, had hij gezien dat de witte dame ongedekt staat en 2. …, Df6xf1! dus de dame wint. Het lijkt wel of de witte dame aan alle kanten gedekt staat, maar dat is de o zo bedrieglijke patrouilleschaakschijn: zowel de beide torens als de loper staan ongedekt en mogen dus niet slaan. Wit zou nog een poging tot damevangst kunnen doen met 3. Tf8-f2!? (dekt de loper en dreigt daarmee dus te slaan, maar dan ontsnapt de zwarte dame via 3. …, Df1-c1!

Ondanks de vele reglementaire (en gewone!) fouten werd patrouilleschaak bij de deelnemers het hoogst gewaardeerd, zo bleek uit een achteraf gehouden enquête. Verplaatsingsschaak (waarbij geslagen stukken meteen weer op het bord teruggeplaatst worden door degene die slaat) kreeg de laagste waardering. Waarschijnlijk had dat ook te maken met een gebrek aan strategisch inzicht in deze vorm van schaken, waarbij het er vooral om gaat de eigen stukken mobiel te houden, die van de tegenstander in te metselen en tegelijkertijd de vijandelijke koning uit te roken. Hoe dat moest demonstreerde Hans Ouwersloot heel fraai in zijn partij tegen Bert Lenderink. De slotstelling is voor de fijnproever van een grote schoonheid. Prachtig toch, die treurige verzameling linksonder?

zwart: Hans Ouwersloot

wit: Bert Lenderink

Komt er een 2e Open Kampioenschap? Vast en zeker. Nogmaals, het enthousiasme bij de deelnemers was groot en als we in een minder druk schaakweekend zitten, zullen vele anderen de weg naar Doetinchem ook wel weten te vinden.

Eindstand (aan kop):
1. Kees Nederkoorn 6 punten
2/3. Gert-Jan van Vliet en Hans Ouwersloot 5 punten
4/5. Gert-Jan Ludden en Henk Riepma 4½ punten