Op
vrijdagavond 17 oktober wrong Marius zich, met Theo en mijzelf als
passagiers, door de avondspits rond Nijmegen naar het schaakzaaltje in
Wijchen. Onze vierde man, Henk, deed hetzelfde vanuit Den Haag. Wijchen
heeft een flinke jeugdafdeling, die daar enthousiast aan het schaken was.
Toen de jeugd uitgespeeld was konden wij met de wedstrijd beginnen.
De eerste tekenen waren niet zo gunstig voor ons: na een uurtje spelen gaf Theo in een
ongeveer gelijke stelling zijn dame weg! Henk had met zwart wat druk op de
stelling van zijn tegenstander, maar dat resulteerde uiteindelijk slechts in
remise. Marius bleek toch ook met de witte stukken goed uit de voeten te
kunnen; hij kwam heel goed te staan, maar helaas verzandde ook zijn partij in remise.
Ik had de taak van Henk overgenomen om met 1.f4 te openen, maar waar Henk daar vaak
een voordeeltje uit weet te peuteren, lukte dat bij mij niet. Ik stond
steeds onder druk, en toen mijn tegenstander een doorbraak naar mijn koning
forceerde, vreesde ik het ergste. Zwart kwam een kwaliteit voor, en joeg met
dame en toren op mijn koning. De witte dame en loper poogden wanhopig om
alle gaten dicht te houden.
Maar zowaar, de beslissende klap bleef uit; we kwamen in een eindspel terecht
waarin wit de a- en b-pionnen had met een loper en zwart een toren en de
g-en h-pionnen. Ik begon hoop op remise te krijgen. Opgejaagd door de
tijdnood snelden de pionnen van beide partijen als hazewinden naar de
overkant, waar ze gelijktijdig promoveerden. Maar omdat mijn tweede pion
meegelift was en nu op a7 stond, was het plots zwart die moest oppassen. Dat
deed hij onvoldoende, en toen ook die tweede pion tot dame promoveerde kon ik de partij winnen.
Een gelijke stand was het eindresultaat, dus we moesten vluggeren. Door alle
doorstane emoties verloor ik snel, maar Theo en Marius maakten gehakt van
hun tegenstanders. Toen Henk remise hield door eeuwig schaak bleken we
zowaar een ronde verder gekomen te zijn.
Pion in Groesbeek, pas op, here we come!
|