Het valt aan niet-schakers niet uit te leggen
dat je voor een partijtje schaak een heuse weersvoorwaarschuwing – wat mij
betreft nu reeds hèt woord van 2010 –, later zelfs opgeschaald tot weersalarm,
in de wind slaat en afreist naar het barre Emmen. “Hoeveel potjes moet je daar
dan spelen?”, is een veelgehoorde vraag. “Eén!”, roep ik dan zo fier mogelijk,
mijn gevoel van absurditeit negerend. Zelfs de KNSB zag de betrekkelijkheid van
het schaakspel in en stuurde een mail naar alle teamleiders: “We moeten morgen
met zijn allen gewoon verstandige dingen gaan doen.”, schreef de
competitieleider, doelend op de voorspelde sneeuwjacht en de mogelijkheid om een
wedstrijd uit te stellen, als het reizen onverantwoord zou blijken. Een andere
nuttige suggestie die geboden werd, was de speelduur in te korten. We hebben er
dankbaar gebruik van gemaakt.
Wij gingen dus ‘gewoon’ naar Emmen, de elementen trotserend om maar eens een
toepasselijk cliché uit de kast te halen, en beleefden een uiterst zonnige
middag. Na vier ronden stonden we wat treurig in het rechterrijtje. In mijn
vorige verslag gaf ik al aan dat het begrip ‘vorm’ of het gebrek eraan heel
betrekkelijk is en het weer zo maar kan omslaan: ‘Je zult zien dat het dan
ineens en op onverklaarbare wijze op rolletjes loopt. Die lui uit Emmen kunnen
voor de volgende ronde hun borst vast nat maken’.
En zie, Theo speelde weer eens een puike partij en deed het gelukkig nu eens
niet ‘mooi’. |
|
Marius bleek weer over zijn vertrouwde taaiheid te beschikken. Ja OK, Marius,
jij je zin, je stond inderdaad dramatisch, het was geen pretje om naast je te
moeten zitten, maar geef toe, het duidt toch op een zekere mentale hardheid dat
je niet krijsend en in je blote kont de sneeuw in rent als je eerst Lf8-e7 speelt
om na De2-g4, een zet die je toch van verre ziet aankomen, Le7-f8 te moeten
spelen. Klasse, dat halve punt!
En verder won Kees weer een werkelijk prachtige partij, waarbij hij al zijn
stukken als hinderlijke wespen rond de vijandelijke koning en dame liet zoemen.
Wat een kracht, wat een gratie!
Henk deed het minder fraai, stond lange tijd zelfs wat zorgelijk, maar ‘gaf
niks weg’ en bleef
geniepig en uiteindelijk met succes naar kansjes loeren.
Henny won een goede partij en bleek de verwikkelingen na een schwindel van
tegenstander Ruud Winkel beter getaxeerd te hebben.
Zelf speelde ik een goede positionele partij, uiteindelijk resulterend in twee
pionnetjes meer en een glad gewonnen eindspel dat Leo Roos niet meer wenste mee
te maken.
Marino en Sander leden beiden een kansloze nederlaag. Je kunt immers niet
alles hebben. Marino werd positioneel onder de voet gelopen door Arie van
Wageningen, die zijn mooie spel bekroonde met een winnend kwaliteitsoffer en
Sander moet die opening nog maar eens bekijken, want nu was treurigheid
troef. |