AL WEER 4½-3½, MAAR NU VOOR DE TEGENSTANDER | |||||||
door Roel Evertse | |||||||
|
|||||||
Het was natuurlijk de goden verzoeken, drie maal achtereen winnen met 4½-3½. Het noodlot schikte het nu dat we met dezelfde cijfers de boot in gingen. Ja, we hadden ongedeeld aan kop kunnen staan, als we gewonnen hadden, omdat Zevenaar niet verder kwam dan een gelijkspel. Hadden… Wat ging er mis? Ten eerste ontbraken twee van onze sterkste spelers, Henk Riepma en Theo Goossen. Maar ook in de wedstrijd zelf zijn er genoeg kansen geweest op een beter resultaat. Zo had Henny terecht de pest in over zijn nederlaag en mocht John zich afvragen waarom hij zijn paard nou uitgerekend op f2 moest neerzetten, waar het arme beest volledig door de zwarte loper werd gedomineerd. Maar ook de teamleider van Doetinchem treft blaam. Zijn grootste verdienste, je mag wel zeggen zijn enige, was zijn loutere aanwezigheid, want dat leverde bij ontstentenis van de tegenstander tenminste een vol punt op. Bij die verdienste had hij het moeten laten. Maar gedreven door bemoeizucht, gestoeld op vermeend inzicht in het schaakspel en kennis – we moeten vrezen: verouderde – van de psyche van de mensch, meende hij er goed aan te doen om hier en daar wat remise- dan wel doorspeeladviezen te geven. Die pakten dus desastreus uit. Marino werd vroeg in de partij, toen zijn stelling nog om aan te zien was, gemaand om door te spelen en werd er redelijk kansloos afgeschoven. Sander kreeg toestemming om remise te accepteren. Dat Sander dat graag wou, doet er in het geheel niet toe. Hij had ernstig toegesproken moeten worden dat het clubbelang van hem vroeg om de rug te rechten en ervoor te zorgen dat een van zijn vrijpionnetjes de overkant zou halen. Marius kon al helemaal geen wijs uit de tegenstrijdige adviezen en besloot terecht om maar zijn eigen plan te trekken en voor de dood of de gladiolen te spelen. Daarvóór had Bert in zijn wijsheid al besloten zijn teamleider in het geheel niet te betrekken bij de remiseonderhandelingen. De enige bij wie het advies: ‘doorspelen!’ goed uitpakte was aan het 1e bord, maar ongetwijfeld zou Kees ook voor de winst zijn gegaan zonder dit consult. |
Ik schrijf dit alles niet om te beweren dat we ten onrechte verloren hebben.
Een rondje langs de borden leert dat de nederlaag ook best groter had kunnen
uitpakken. |
||||||
|