Ter leering ende vermaeck (12)

door Niels van der Mark


Die ellendige nieuwe leden toch!!!

De schaakvereniging in Doetinchem mag zich dit seizoen verheugen met de toestroom van een aantal nieuwe leden. Het is goed om te zien dat er dinsdags een flinke tafelbezetting is en dat we met ruim 25 leden een Keizer-competitie kunnen afwerken. Er is echter niet alleen blijdschap. Ik wil in dit stukje ook wijzen op een schaduwzijde van nieuwe leden en dat is het fenomeen onderschatting. Een bekend fenomeen in het schaken. Je ziet dat je ingedeeld bent tegen Pietje en je denkt in hoeveel zetten zal ik hem nu eens van het bord vegen? Echter, Pietje heeft een goede avond, doorziet een grapje van je waardoor je minder komt te staan en na nog 3 zwakke zetten wint ie pardoes ook nog een toren, waardoor je op moet geven. En dan ben jij de schlemiel. Nou zijn onze nieuwe leden echt geen gekke Pietjes, er zit zelfs een hele slimme Piet tussen, maar het fenomeen onderschatting speelde afgelopen dinsdag toch een grote rol. Of was er meer aan de hand? Oordeel zelf.

Henk mocht, met zwart, aantreden tegen nieuw lid Jos Welling. Jos speelt vanaf december bij SVDoetinchem en heeft al 2,5 punt uit 4 partijen. Ik zat ernaast en hoorde Henk nog vriendelijk vragen of Jos van alle regels op de hoogte was, ook met de klok enzo. Vriendelijk van Henk, maar het eerste teken van ernstige onderschatting!! De partij begint en op de 8e zet wordt er van de theorie afgeweken in de populaire Rossolimo-variant van het Siciliaans. Waar haalt zo’n nieuw lid het vandaan? Boekje gekocht? Toeval? Afijn de partij kabbelde voort en rond de 22e zet begon Jos, met wit, wat voordeel te krijgen en na 26…Pd7-f8? (slechte zet Henk!) stond het als volgt:

Wit heeft een prachtige stelling en de zwarte stelling is klaar voor de sloop. Door de f-lijn te openen met 27.fxe5! dxe5 (fxe5 28.Tf7+) 28.g5 krijgt wit een winnende aanval. Hij kan inslaan op f6, zijn toren op b1 erbij halen en het is snel klaar. Jos speelde echter het iets mindere 27.f5?. Hij staat nog steeds erg goed, maar Henk had weer lucht. De partij ging verder, wit behield zijn voordeel en na wat onnauwkeurigheden van zwart stond het na 32 zetten als volgt:

Houdini geeft aan dat wit hier gewonnen staat (+25.69, dat is ongeveer 2 dames en een toren voordeel!!) Met 33.Pxd6 Dxd6 34.Lxe5 krijgt wit een geweldige aanval. Bijvoorbeeld 34…De7 35.Txf6+ Ke8 36.Dxg6 Kd8 37.Tf7 en zwart moet zijn dame geven om niet op de volgende zet mat te gaan. Wit speelde echter 33.Ph4,maar hield nog steeds groot voordeel. Ondertussen hadden zich een aantal toeschouwers rondom het bord verzameld. Iedereen had door dat er een verrassing in de lucht hing en iedereen zag de mooiste combinaties. Jos zag het waarschijnlijk niet. Daarnaast had hij ook steeds minder tijd. Langzaam verdween zijn aanval en na 40 zetten was de volgende stelling ontstaan:

Het staat ongeveer gelijk. Zwart heeft een mooie dreiging over de h-lijn gecreëerd en wit heeft 2 pionnen meer. Met 41.Th2 De3+ 42.Tff2 Txh2 43.Dxh2 was niks aan de hand. Jos blunderde echter 41.Ph5? Waarschijnlijk moe gespeeld en onder druk van de klok. Vol verbazing keken we toe. Missen we wat, is het misschien briljant. Na 41…Txh5 42.Df6 Dxd3 staat zwart echter gewoon een stuk voor en is de winst niet al te moeilijk meer. Henk keek ook lang en speelde 41...Dxh5?? Nu kan wit 42.Tf8+ spelen en wint hij een volle toren. Maar ook dit verliep anders. Er volgde 42.Dxh5 Txh5 43.Tg2. De stand is nu gelijk, maar kennelijk was het allemaal wat te veel geweest voor Jos. Hij speelde nog een aantal mindere zetten, kwam in een verloren eindspel en kon toen opgeven.

We zijn er nog niet als het gaat om nieuwe leden en onderschatting. Op het bord ernaast mocht ik aantreden tegen Roy Weikamp ( 1 uit 2) Ik geef u de hele partij, ter lering ende vermaeck voor u, maar zeker niet voor mij.

 

 

Niels van der Mark – Roy Weikamp

Schotse verdediging, de Miesesvariant.

1.e4 e5 2.Pf3 Pc6 Ik zag dat Roy niet helemaal correct noteerde en mijn onderschatting nam alleen maar toe. 3.d4 exd4 4.Pxd4 Pf6 5.Pxc6 bxc6 6.e5 De7

De eerste verrassing voor mij. Ik had verwacht dat hij “gewoon”6…Pd5 zou spelen. Zou hij de hoofdvariant kennen? Zou hij boekjes hebben bestudeerd in de kerstvakantie? 7.De2 Pd5 8.c4 Db4+ Nu begon ik lang na te denken. Dit is een zijvariant, die ik me niet meer zo goed kon herinneren. De hoofdvariant is 8…La6. Deze opening werd nog amper gespeeld in de grootmeesterpraktijk, tot Kasparov, tot ieders verbijstering, in zijn match om het wereldkampioenschap tegen Karpov in 1990 in de 14e partij het Schots speelde en met deze variant aan kwam zetten. Vanaf dat moment werd het Schots weer populair. Zou Roy dit ook weten en daarom voor deze zijvariant kiezen? Is hij gewoon beter in het Schots thuis dan ik? Of heeft hij een dopje in zijn oor en zit iemand hem zetten in te fluisteren? Kortom ik was van mijn à propos en moest me weer zien te herstellen. Van onderschatting was geen sprake meer, maar misschien was het al te laat. 9.Pd2 Pb6 10.b3 (10.a3!) Lc5 11.Lb2? Geen goede zet, beter was 11.a3 Dc3 12.Tb1± Nu kom ik in het nadeel. 11...Pa4! Ik dacht tijdens de partij dat dit een matige voortzetting was en dacht me er mooi uit te redden. Een forse misrekening, het is een goede zet. 12.a3 Db6 13.Lc1??

Ik dacht dat zwart zijn paard niet goed kon redden en had op 13..Pc3 14.Dd3 Ld4 15.Lb2 bedacht en dacht voordeel te krijgen. Pas toen hij 13…Pc3 had gespeeld zag ik dat ik op 14.Dd3 met 14…Lxf2# mat zou worden gezet. Hoe kan het dat ik dat heb gemist, wat gaat er fout? U kent het antwoord al: onderschatting. Als je daarmee een wedstrijd begint dan zet je dat niet zomaar van je af. Ik berekende mijn varianten gewoon niet goed door. 14…Pc3 Nog sterker was 13...Ld4! 14.bxa4 Lxa1
14.Df3 Ld4 15.Lb2?! Da5 16.Lxc3?
Wederom een matige of zo u wil, een slechte voortzetting. Het vinden van goede voortzettingen is hard werken geworden. Goed voor gelijk spel was nog 16.Ld3 Dxe5+ 17.Kf1 Df6 (17...0–0? 18.Dh3) 18.Tc1 Pb5 19.Te1+ Kd8 20.Dxf6+
16...Lxc3 17.Td1 Dxe5+ 18.De2 Dxe2+ 19.Lxe2 0–0 20.0–0 d6

Ik sta een pion achter, maar was niet wanhopig. Hier sloeg de onderschatting weer toe. Ik dacht dat zwart een paar keer een wat mindere voortzetting had gekozen en dat het binnenhalen van de remise goed te doen was. Flink druk op het pionnenblokje op c7, c6, d6 en remise zou de logische uitslag worden. Jammer dat ik niet gewonnen had, maar ik zou Roy een compliment maken voor zijn goede spel en ach remise is ook geen ramp. 21.Lf3 Ld7 22.Pe4 Lb2 23.a4 Tab8 24.Pc5 Lf5 25.Pa6 Txb3 26.Pxc7 Td3

27.Txd3 (27.Lxc6 Tc8 28.Pd5! was goed voor gelijk spel, nu staat zwart nog steeds iets beter. Iets!) 27...Lxd3 28.Td1 Lxc4 29.Txd6 c5 30.Tc6 Ld4 31.Pb5 Te8

Niks aan de hand. Mat achter de paaltjes, daar trap ik niet meer in. Welke pion zou ik opspelen? Ik wil met mijn koning wel f2 blijven beschermen dus 32.g3?? Te1+ 33.Kg2 Lf1+ En hier zag ik pas dat hij na 34.Kg1 met schaak op b5 kon slaan en gaf ik op. ( Thuis zag ik pas dat hij na 34.Kg1 ook Lh3# kan spelen met mat.) Een goede overwinning van Roy, toegegeven, maar een jammerlijke partij van mij. Roy maakte de pijn nog erger overigens. Bij het analyseren kwam een zet voor waarin hij en passant kon slaan. “O leuk, zei hij, dat heb ik in een partij nog nooit gedaan!” Trap er niet in! Ik onderschat nieuwe leden nooit meer.

Niels van der Mark

 

 

Henk en Jos tijdens de analyse naderhand. Was er nu al wel of niet g5 gespeeld?