Afgelopen zaterdag verloor ons 1e team van Het Kasteel uit
Wijchen. Zelf had ik de twijfelachtige eer om remise te spelen tegen een 12
jarige jeugdspeler. Zowel in de opening als in het middenspel had ik hem in
mijn greep, maar in het eindspel waren de rollen omgedraaid. “Ik dacht dat
je verloren stond?” vroeg onze wedstrijdleider Frans aan mij na de partij.
“Nee joh, ongelijke Lopers”, antwoordde ik gewichtig, alsof ik alles onder
controle had. Nou mooi niet, een tijd lang was het remise, maar aan het
einde stond ik glad verloren en dankzij vrouwe Fortuna kreeg ik toch nog een
half punt.
Voordat
ik naar mijn partij ga (die in zijn geheel op het beveiligde gedeelte voor
leden staat) wil ik eerst even stil staan bij ongelijke Lopers, oftewel
Lopers van verschillende kleur. Ter Lering ende vermaeck zullen we maar
zeggen.
Al
heeft wit een pion meer en staat de zwarte Koning buitenspel, deze stelling
is remise. Zodra wit zijn pion opspeelt slaat zwart hem met zijn Loper. Als
wit een zwartveldige Loper had gehad, dan had hij gewonnen, bijvoorbeeld
door die Loper naar e5 te spelen en zo de pion op te laten rukken. Nog een
mooi voorbeeld, zeker gezien de partij van mij waar we straks naar gaan
kijken, is de volgende stelling.
Wit
heeft een ver opgerukte vrijpion, maar komt geen stap verder. Na 1.Kb6
om de pionnen aan te vallen speelt zwart 1…Ld7 (Niet 1…Ld3 2.Kc6 en
wit wint) en wit komt niet verder (bijvoorbeeld 2.Kc5 Kf8 3.Kd5 Ke8 4.Ke5
(onderweg naar g6) 4…Lf5.) Kortom als je een pionnetje achterstaat en je
bereikt een eindspel met Lopers van ongelijke kleur, dan hoef je niet veel
te vrezen.
Hoe
schat u echter onderstaande stelling in, die in mijn partij (ik had wit) na
42.h5 werd bereikt?
We hebben allebei 3 pionnen en Lopers van
ongelijke kleur. Zwart heeft echter 3 verbonden vrijpionnen. Ik kom, dankzij
de Loper op c6, niet verder met mijn pionnen. Zwarts pionnen lijken wat
dreigender, maar moeten ook door Koning en Loper gestopt kunnen worden.
Tijdens de partij wist ik het niet helemaal zeker, maar ik dacht toch de
remise binnen handbereik te hebben. Dat klopt, maar dan moet je het wel goed
spelen, oftewel begrijpen wat je doet. Naast dat ik het oprukken van de
zwarte pionnen in de gaten moet houden, moet ik ook dreigen met het opspelen
van de b-pion naar b5 en de e-pion naar e8. Niet om te winnen, maar om de
zwarte Loper tijdelijk van een goede diagonaal te halen, om zo zijn pionnen
te kunnen belagen. En dat deed ik dus niet. Het begin ging nog redelijk, nl
43.Kd3 h4 44.Ke3?! (Kd4 was sterker) Kf6 45.b4 f4+ 46.Kf2?
Hier geef ik de partij uit handen. Mijn Koning had naar d4 gemoeten om zo
zwart wat te binden, nu krijgt hij vrij spel. Een variant die goed was
geweest is 46.Kd4! g4 47.b5! Lxb5 48.Ke4 Kg5 49.e8D!( 2e
pionoffer om mijn Loper te activeren) 49…Lxe8 50.Le7+ Kh5 51 Kxf4 en het
wordt remise. 46…g4 47.Ld6 g3+ 48.hxg3 en hoe slaat zwart nu terug?
Na
48..hxg3+ 49.Kg1 is het uit voor wit. Mijn tegenstander speelde echter
48…fxg3+? En na 49.Lxg3 hxg3+ 50.Kxg3 is het remise. Zowel in de
partij als in de analyse niet gezien door ons. Ik kan er nu wel om lachen,
maar ik denk dat mijn jeugdige tegenstander daar andere gedachten over heeft
als hij er thuis achter komt. Ach, hij de Leering en ik het vermaeck.
Mededeling van de webmaster:
voor beveiligde gedeelte is een gebruikersnaam en wachtwoord
nodig. De leden van Schaakvereniging Doetinchem kunnen een gewenste
gebruikersnaam en wachtwoord mailen naar
info@svdoetinchem.nl Zodra deze
geactiveerd zijn krijg je per mail bericht. |