|
(38)
door Niels van der Mark
Een Halloweenverhaal om te lezen met een schaakbord ernaast.
Het was een jaar of 25 geleden dat ik,
na een slecht schaaktoernooi gespeeld te hebben in de Oekraďne, via Moldavië
in Roemenië terechtkwam. Ik raakte op Halloweenavond verdwaald en kwam
midden in de nacht bij een oud kasteel terecht. Nadat ik aangeklopt had werd
ik binnengelaten door een gebochelde man. Hij leidde me door de gang van het
kasteel en na een paar keer links en rechts af te zijn geslagen kwamen we
aan in een grote zaal. In de hoek brandde een grote open haard. Daar vlakbij
stonden een paar oude fauteuils. In het midden van de zaal, onder een grote
kandelaar, stond een eikenhouten eettafel. Daarop stond een groot schaakbord
met stukken. Hier woont iemand die van schaken houdt, want ook aan de wanden
hingen kleden met afbeeldingen van schaakborden en schaakstukken. Ik bleef
staan voor een groot wandkleed, waarop een zwart schaakstuk, het paard,
afgebeeld staat. Het paard heeft woeste manen en zijn oog is vuurrood.
Angstaanjagend, het is bijna of hij me aankijkt. ‘Speelt u zelf ook’, hoor
ik ineens achter me. Zonder dat ik hem hoorde aankomen staat er een man
achter me, helemaal in het zwart gekleed. Zijn gezicht is langwerpig en zijn
huidskleur is heel bleek. Zijn lippen zijn dunne streepjes en zijn ogen zijn
gitzwart.
‘Jaja, een beetje’, stamel ik. ‘Ik zal me voorstellen ’zei de man, ‘mijn
naam is graaf Schakula. Welkom in mijn kasteel.’ Ik noem ook mijn naam en
bedank hem voor zijn gastvrijheid. Lachend wuift hij mijn woorden weg. ‘Mijn
gastvrijheid heeft een prijs beste man’, zei hij.’ O, wat kost een nachtje
dan’, vroeg ik hem. Ik had niet zoveel geld bij me, ik hoopte dat ik genoeg
had. ‘Een partij schaak’, zei de graaf. ‘Eerst gaat u eten en daarna kunt u
lekker uitrusten. Maar morgen na het ontbijt moet u een partij met me
schaken. Dat is de prijs’. Ik schoot in de lach. Dat was lekker goedkoop.
‘Nou prima’, zei ik ‘dat is een prima prijs’. ‘Dan is het een afspraak’, zei
de graaf. Hij boog iets voorover, knikte en verliet de ruimte. Kort daarna
kwam de gebochelde man me eten brengen en na een heerlijke maaltijd bracht
hij me naar mijn slaapkamer. Ik liet me zo op het bed vallen en viel
onmiddellijk in een diepe onrustige slaap.
De volgende dag was ik bijtijds wakker. Ik waste me en ging terug naar de
zaal waar ik de graaf de avond ervoor ontmoet had. Op de tafel stond een
ontbijt klaar voor één persoon. Omdat ik verder niemand zag, nam ik aan dat
het voor mij was, ging aan tafel zitten en liet het me goed smaken.
Ik had mijn ontbijt amper op, of de deur ging open en de graaf kwam binnen.
‘Bent u klaar voor een partijtje schaak jonge vriend’, vroeg hij. ‘Jazeker’,
zei ik Weet u zeker dat dat de prijs is voor mijn verblijf hier? Ja zei de
graaf, maar ik heb nog niet alles verteld. Als u wint, dan heeft u betaald
en kunt u vertrekken. Maar als u verliest dan mag u niet vertrekken. Dan
bent u mijn gast voor eeuwig. Ik schrok me wild en dacht dat de graaf een
grapje maakte, maar na één blik op zijn ernstige gezicht wist ik genoeg. De
graaf meende wat hij zei. En iets zei me dat als ik verloor, ik ook echt
niet meer wegkwam. Wat nu? Er zat niets anders op dan achter het schaakbord
plaats te nemen en te spelen voor mijn leven. We lootten om de kleur en ik
kreeg wit. Onze partij kon beginnen.
Ik schoof de pion voor de Koning 2 plaatsen vooruit en de graaf deed
hetzelfde met zwart.
1. e2-e4 e7-e5
Ik speelde mijn Koningspaard, en nadat zwart zijn paard had gespeeld,
speelde zwart ook zijn koningspaard.
2. Pg1-f3 Pb8-c6
3. Pb1-c3 Pg9-f6 De volgende stelling was ontstaan.
Wat nu? Het 4-paardenspel, waarom speel ik
dat nou weer? Hier is toch geen voordeel mee te behalen. Wat een saaie boel,
hoe kan ik de graaf nou verrassen? In een vlaag van verstandsverbijstering,
ik was toch wel wat van slag door de gebeurtenissen, sloeg ik de pion op e5
4. Pf3xe5 |
De graaf keek me verbijsterd aan. ’Wil je zo graag hier blijven’, vroeg
hij me met een gemeen glimlachje en hij
sloeg mijn paard. |
|
|
4. … |
Pc6xe5 |
|
Onmiddellijk speelde ik mijn
d-pion naar voren, waarop de graaf zijn paard wegspeelde |
|
|
5. d2-d4 |
Pe5-g6 |
|
De graaf had natuurlijk gezien
dat na 5…Pc6 6.d5 Pe5 7.f4 het paard ook op g6 uitkwam, dus dan maar
gelijk. De partij ging verder |
|
|
6. e4-e5 |
Pf6-g8 |
|
Hier moest de graaf lachen.
‘Jaja, je hebt het centrum, maar ondertussen sta je wel een stuk achter.
Het is een kwestie van tijd voordat ik je oprol’, en verlekkerd keek hij
naar mijn hals. Tsja hij had natuurlijk wel een punt, dus maar snel een
andere goede zet spelen. |
|
|
7. Lf1-c4 |
d7-d5 |
|
Slim gespeeld door de graaf Hij
offert een pion om zijn stukken actiever te kunnen laten meedoen.
Terwijl ik de pion pak vraag ik aan de graaf van welk materiaal zijn
stukken gemaakt zijn, het lijkt wel gips ofzo. ’Bot’ zegt de graaf en
hij speelt zijn c-pion, die in zijn vorige leven mogelijk een
sleutelbeen was |
|
|
8. Lc4xd5 |
c7-c6 |
|
|
9. Ld5-b3 |
Lf8-b4 |
|
Er volgen een aantal zetten
waarbij de graaf zijn stukken goed ontwikkelde. |
|
|
10. 0-0 |
Pg8-e7 |
|
|
11. Pc3-e4 |
Pe7-f5 |
|
‘Zo die paarden doen weer
lekker mee’, zei de graaf, terwijl hij zijn lippen likte. Tsja wat nu?
Eerst die vervelende Loper maar eens wegjagen. |
|
|
12. c2-c3 |
Lb4-e7 |
|
Ach, nu ik toch lekker bezig
ben, hup naar voren met die pionnen! |
|
|
|
|
|
13. g2-g4 |
Pf5-h4 |
|
|
14. f2-f4 |
O-O |
|
Hier kreeg ik het idee dat mijn
stelling toch wel goed was. Kennelijk vond de graaf dat ook want hij
begon hier te sissen en te puffen. |
|
|
15. f4-f5 |
Waar moet dat paard nu heen?
Hier dacht de graaf wel een kwartier na. Natuurlijk had hij geen zin om
zijn paard op h8 neer te zetten. Daarna schuif ik mijn pion door naar f6
en dan zou het wel eens slecht met de graaf kunnen aflopen. Plots grijpt
hij zijn paard en slaat mijn pion op e5 zo hard dat hij in splinters uit
elkaar spat. ‘Ik breek je hele stelling open’, siste hij en keek me
gemeen aan. |
|
|
15. ... |
Pg6xe5 |
|
|
16. d4xe5 |
Dd8-b6+ |
|
‘SCHAAK!’ riep de graaf
uit. Tsja mijn stelling lag nu wel erg open. Ik speelde de enige zet die
ik had om te zien dat de graaf gelijk zijn h-pion naar voren speelde om
mijn stelling verder te openen |
|
|
17. Kg1-h1 |
h7-h5 |
|
Hier dacht ik even na. Ineens
zag ik dat het paard op h4 wel heel weinig vluchtvelden had. Daarom
speelde ik |
|
|
18. Dd1-e1 |
h5xg4 |
|
|
19. f7-f6 |
Hier werd de graaf nog bleker
dan hij al was. ‘Patzer’, siste hij. Hij schoof zijn g-pion naar voren,
waarmee hij mat dreigde. |
|
|
19. ... |
g2-g3 |
|
|
20. De1xg3 |
Ph4-g6 |
|
Hier dacht ik slecht 10 tellen
na. Natuurlijk kon ik de loper op e7 slaan maar de zet die ik speelde
was wel iets mooier |
|
|
21. Dg3xg6 |
Hier zag de graaf dat het mat
op g7 niet meer te voorkomen was. Langzaam bewoog zijn hand naar zijn
koning en voorzichtig legde hij hem om. ‘U kunt gaan, u had geluk. Wie
zo’n vreemde opening speelt verdient het niet om te winnen, wat was dat
voor iets vreemds?’ ‘Dat beste graaf’, zei ik, ’was het Halloween
gambiet. Een opening die precies 100 jaar geleden bedacht is.’ |
Een half
uurtje later was ik weer onderweg naar huis, dankzij het Halloween gambiet.
Noten
-
Het Halloween Gambiet is een gambiet dat
in 1888 uitgezocht is door een aantal schakers in Leipzig. Het is natuurlijk
heel dubieus, maar wit scoort niet eens zo slecht (49%)
-
De partij die ik tegen graaf Schakula
speel is de partij tussen Benjamin Go en Richard Koes die tijdens het
toernooi van Vlissingen, 2007 gespeeld werd.
Niels van der Mark
|
|
|