door Roel Evertse
De match SV Doetinchem bood zo’n beetje alles wat een teamwedstrijd
aantrekkelijk maakt: langdurige spanning op alle borden, een sensationeel
scoreverloop en een heus incident(je). Om maar eens met het laatste te
beginnen. Op het tweede bord meende Marino stellig dat tegenstander Hans Polee een houtje had verzet èn losgelaten (en daarmee een forse bok schoot),
terwijl laatstgenoemde bij hoog en bij laag bleef volhouden dat hij nog een
flinterdun contact had gehouden met dat houtje. Onze trouwe supporter Adri
Maranus had ook duidelijk gezien dat het stuk gedurende een split second was
losgelaten, maar wedstrijdleider Gert-Jan Zonneveld liet naar mijn mening
terecht doorspelen, omdat hij zelf niets gezien had en Adri door de
Groningers als partijdig kon worden gezien. Het is verleidelijk om op deze
plaats wat citaten van Donner aan te halen, maar ik hou me in. We houden het
er op dat iedereen zijn eigen waarheid heeft en koestert. Overigens liep het
allemaal goed af. Marino won ‘gewoon’ en nog na een beste partij ook en
iedereen leek daar gelukkig mee. Na afloop waren de heren weer on speaking
terms en dat vond ik nou weer jammer. Vroeger gingen tenminste de jasjes
uit!
Veel vroeger in de middag had Kees de score geopend met een halfje. Met een
pionnetje meer accepteerde hij toch het aanbod van zijn tegenstander, omdat
er in een dubbeltoreneindspel met ongelijke lopers allerlei enge dingen dreigden en
hij al veel bedenktijd gebruikt had.
John verloor, omdat hij zoals wel vaker te lang nadacht over ‘niets’. Toen
het echt moeilijk werd had hij nog maar weinig tijd over en hielp hij zijn
mooie stelling met krachtige hand naar de verdoemenis.
Iets dergelijks gold voor Marius die een goede partij speelde, maar in
tijdnood de draad helaas volledig kwijtraakte toen zijn tegenstander nota
bene een stuk weggaf, maar daarvoor allerlei rommelkansen tegen de koning
kreeg.
Min of meer tegelijkertijd verloor Henny, die iets te frivole opvattingen
over materiaal huldigde, en won Henk, die tegenstander Yeb Blom compleet
gegélijnd had. Zo stond het na 4 uur spelen dus 1½-3½, met – het moet gezegd
– aan de drie resterende borden voordeel voor ons.
Theo lijkt zijn miserabele seizoenstart weer helemaal vergeten en speelde
fris en fruitig als vanouds. Ruimtelijk overwicht resulteerde in pionwinst
en het damelopereindspel werd trefzeker naar winst gevoerd.
Over de wederwaardigheden aan bord 2 berichtte ik u reeds en mij viel het
feestelijke voorrecht ten deel de winnende goal erin te schieten na een
prima partij met slechts één klein knoeimoment, maar er zijn van die
seizoenen dat tegenstanders je ontzien. |
|
(Naschrift door Marino Küper)
Naar aanleiding van het verslag van Roel heb ik
de behoefte om een aanvulling te geven over het "incident" met het
losgelaten stuk. Niet omdat ik mijzelf tekort gedaan voel, maar omdat het
verslag niet helemaal recht doet aan het correcte gedrag van Hans Polee,
mijn tegenstander. Het "incident" voltrok zich als volgt:
Met nog ongeveer 20 seconden op de klok speelde mijn tegenstander, die met
de zwarte stukken speelde, zijn toren van d8 naar d5. Dat was echter een
blunder, omdat de toren daar geslagen kon worden door mij loper op f3. Dat
realiseerde mijn tegenstander zich in een "split second" nadat hij het stuk
geplaatst had. Hij pakte daarom de toren weer op om deze naar d1 te spelen.
Voorzover ik had kunnen waarnemen had hij zijn stuk daarbij gedurende een
fractie van een seconde losgelaten. Daarom reclameerde ik onmiddellijk.
Omdat de wedstrijdleider het incident niet zelf had waargenomen, verzocht
hij ons beiden om te vertellen wat er gebeurd was. Ik gaf aan dat het stuk
op d5 was losgelaten, maar mijn tegenstander was stellig van mening dat dit
niet zo was. Adri Maranus stond als toeschouwer in deze fase van de partij
naast de partij, en omdat ik de indruk had dat mijn tegenstander oprecht van
mening was dat hij het stuk niet had losgelaten, gaf ik aan dat ik mij zou
neerleggen bij de waarneming van Adri. Die gaf daarop aan dat hij "geneigd
was met mij mee te gaan, en ook dacht dat het stuk was losgelaten". Hans
persisteerde echter, gaf aan dat hij het stuk beslist niet had losgelaten.
Verder wees hij er op dat Adri niet stellig was in zijn verklaring en
bovendien geen onpartijdige getuige.
Op basis van dit feitenrelaas moest Gert-Jan een beslissing nemen. Hij kwam
tot het oordeel dat mijn claim niet hard genoeg was om mijn tegenstander te
dwingen tot het uitvoeren van de zet 37 ... Td5. Bij die beslissing kon ik
mij neerleggen, mede omdat ik de indruk had dat mijn tegenstander werkelijk
dacht dat het stuk nog niet was losgelaten.
Ondanks de tijdnood, de ingewikkelde stelling en de verstoorde concentratie,
had Hans nog de veerkracht om 3 goede zetten te produceren tot aan de
tijdcontrole. Nadat hij zijn 40e zet had uitgevoerd stond het ongeveer
gelijk. Dat veranderde rond de 43e zet toen hij een een torenschaak toeliet,
dat mij in staat stelde de f-lijn te domineren. Daarna was de stelling niet
meer te houden. Het spreekt voor Hans dat er ondanks de hectiek en emotie,
waarmee tijdnood vaak gepaard gaat, gedurende het incident geen onvertogen
woord is gevallen. Ook na de partij was hij zeer objectief over het verloop
ervan. Hij weet zijn verlies vooral aan de fout op de 43e zet en niet aan de
gebeurtenissen voor de tijdcontrole.
Hoewel de romantici onder ons wellicht liever zien dat dit soort conflicten
met de jasjes uit wordt beslecht buiten de speelzaal, was ik blij dat wij
elkaars verschil in waarneming zonder wederzijdse verwijten konden
accepteren.
Marino Küper |