SCHAAK - A - HOLIC
door Gert-Jan Zonneveld
 

Je neemt één drankje en je wilt er tien. Je slaat één stuk en je wilt ze allemaal slaan! Je neemt een sigaret en je rookt het hele pakje op. Je promoveert één pion en je wilt ze allemaal promoveren! Je gaat een dutje doen en slaapt meteen de hele nacht. Je zet de koning mat en komt tot de ontdekking dat er maar één is! Dus moet er weer een partij geschaakt worden, en weer, en weer. En omdat je de buurman al gehad hebt, al vaak gehad hebt, maar zijn vrouw nog niet, richt je een schaakclub op. Dan kan je mat zetten. Probleem is wel, ook mat gezet worden! Maar zelfs dat schijnt verslavend te zijn. Krijg je eelt van op je hersentjes en blaren op je zitvlak! Buitenstaanders begrijpen niet wat een geweldig gevoel het is als je voor het eerst in je leven een stuk slaat. Het smaakt naar zoveel meer dat de stukken niet aan te slepen zijn!
Misschien kan je je nog herinneren dat je met knikkeren voor het eerst een knikker won van je buurmeisje van drie. Het gevoel dat je overspoelde vervulde je met een gelukzaligheid alsof je de hele wereld aan kon. Of dat je, al weer wat ouder geworden, voor het eerst fietste zonder handen en even later bij de tandarts zat zonder tanden. Ja, dat waren nog eens tijden! Maar dat is allemaal niets vergeleken bij, zal ik het woord er botweg uitgooien? Schaken!

Allemachtig, het is nog meer verslavend dan drugs, seks en rock & roll! En ook als zaken als bungee jumpen, punniken en paalzitten. De eerste die zegt dat schaken een oude mannenbezigheid is, heeft nog nooit een vorkje toegepast, een penning bedreven en ge- h- lijnd! Om over de schermutselingen op de f- lijn maar te zwijgen!

Niet-schakers weten niet wat het is om de en passant regel te bezigen, te promoveren tot paard, of een kwal te incasseren. Laat staan om de koning van de tegenstander tochtig te maken! Er zijn er die een deugdelijke baan versmaden en over de hele wereld reizen om hun zetjes te kunnen doen. De zet! De zet zal geschieden! De zet is onvermijdelijk! Waar ook

 

ter wereld. De stukken een dag in de doos gelaten, is een dag niet geleefd! Een dag thuis kan opgevuld worden met het net. Schaken op het net. De klok rond vluggeren op het net met een gemiddelde van tien zetten per minuut, komt al gauw, na zeg twaalf uur schaak, op zo'n 7200 zetten per dag, 50400 per week, 201600 per maand, 2419200 per jaar. Met die slordige twee en een half miljoen zetten per jaar kan je voor de dag komen!

Niet verwonderlijk dat veel schakers met een schaakarm zitten. Een tennis- of muisarm is al bekend. Een schaakarm is er daarom niet minder om. Het stuk moet opgetild en verplaatst worden om zodoende de zet te voltooien! Stel je voor: niet meer openen, vorken, en passanten, verdubbelen, batterijen, pennen, ruilen, dekken, patten, matten, promoveren, rokeren enzovoorts. Daar gaan je twee en half miljoen zetjes! Als je een stuk niet meer op kan tillen kan je altijd nog achter de computer gaan zitten, maar dan krijg je een muisarm! Zo makkelijk is het dus ook weer niet!

Het mag duidelijk zijn, schaken is topsport. Schaken is niet voor mietjes. Dat op schaakverenigingen zoveel oudjes zitten, is een zinsbegoocheling. De leden lijken veel ouder, omdat het zware spel zijn tekenen achterlaat! Natuurlijk is het niet verwonderlijk dat sommigen er als een zombie uitzien. Bedenk wel, een sullig uiterlijk misleidt de tegenstander! En denk nou niet dat je verdwaald bent in een inrichting als je een schaakclub binnentreedt! Je begeeft je onder topspelers, waarvoor het resultaat geldt, niet de entourage.

Jij armzalige niet-schaker, die zo graag wil maar niet kan. Armetierige prutser, die maar wat aanrotzooit. Onbeduidende kluns, die altijd een uitvlucht zoekt om het niet te doen. Verderfelijke sufferd, die maar wat rommelt in de marge. Bekrompen knoeier, blijf het proberen! Ooit komt de dag, de grote dag, dat ook jij, ja jij, voor het eerst, ja voor het eerst in je leven, een stuk zal slaan!

 

Webdesign Refresh