BRON

Zaterdag 24 januari 2015.



Schaken is eerste zet naar contact

Doetinchemse schaakclub schaakt op De Kruisberg met vluchtelingen. Het levert mooie ontmoetingen op.

door Luuk Stam DOETINCHEM – Bij de ingang van procesopvang De Kruisberg staat het deze vrijdagmiddag vol met koffers en tassen. Er is net weer een nieuwe groep asielzoekers in Doetinchem aangekomen. In de centrale hal zitten zo’n twintig mensen te schaken. De helft is lid van de Doetinchemse schaakvere­niging. De andere helft is vluchte­ling. „Een aantal ken ik hier nog van vorige week vrijdag”, zegt Niels van der Mark van de schaak­club. „Maar verder zijn het allemaal nieuwe gezichten.”

De link tussen de asielzoekers en de Doetinchemse schakers werd gelegd door een schaakclub uit Wassenaar. Daar had Mohammed Abou Issa uit Syrië fanatiek ge­schaakt. En nu kwam deze man naar Doetinchem. Het was voor Niels van der Mark reden om dit schaakproject op te starten. Abou Issa kwam naar de schaakclub.


Asielzoekers, veelal uit Syrië, schaken met leden van Doetinchemse Schaakvereniging.   Foto: Theo Kock

Hij won zelfs een partij. Maar inmiddels is de Syriër alweer weg uit Doetinchem. „Hij heeft een tijdelijke verblijfsvergunning gekregen”, weet Van der Mark. „Die mensen zijn hier zo kort. Dat maakt het lastig om iets van een competitie op te zetten. Maar het levert in ieder geval heel leuke contacten op.”

De asielzoekers hebben in de Doetinchemse opvanglocatie weinig te doen. De meesten zitten aan de lange tafels in de grote hal wat met hun telefoon te spelen. „Ze vervelen zich”, ziet ook Van der Mark. „Daarom is het mooi dat wij ze met het schaken wat afle­ding kunnen bieden.” Nour Charafeddin (24) is net aa­gekomen. Hij komt oorspronk­lijk uit de Syrische hoofdstad Damascus en verblijft nu al een aantal maanden in Nederland. Na de opvangcentra in Budel, Veenhuizen, Zwolle en Ter Apel is hij nu in Doetinchem. Zijn spullen staan nog in de gang te wachten totdat hij een kamer krijgt aangewezen. Maar hij zit al wel te schaken. „Drie keer verloren”, zegt Charafeddin. „Maar ik heb al lang niet meer geschaakt”, voegt de jonge Syriër daar met een verontschuldigende glimlach aan toe.

In Syrië schaken ze wel. Vaak in cafés of soms in een park, zo vertelt Charafeddin. Hij is één van de weinigen die goed Engels praat.

Al maakt dat voor het schaken weinig uit. Met handgebaren spreken Nederlandse schakers met de asielzoekers af om een potje te doen. „En de taal van het schaken kent iedereen”, stelt Van der Mark, die zelf het eind van zijn schaakpartij lijkt te naderen.

„Jij hebt ook nog niet gewonnen”, stelt zijn clubgenoot David Hollestelle vast terwijl hij een blik op het speelbord van Van der Mark en diens Syrische tegenstander werpt. „Geweldig!”, vindt Hollestelle. Van der Mark knikt. Deze jongen maakt het de Doetinchemse schaker knap lastig. „Ze zijn goed”, geeft die laatste even later toe. „Die jongen van net sprak geen woord Engels. Maar we hebben een mooie partij gespeeld.”

Van der Mark nodigt de vluchtelingen uit om dinsdag op de club te komen schaken. Wie de uitnodiging in het Engels niet helemaal heeft meegekregen, krijgt in het Arabisch uitleg van een landgenoot. Het levert enthousiaste gezichten op. Nour Charafeddin lijkt het ook wel wat. „Is dat hier in de stad?”, vraagt hij zich af. „Ja, dan wil ik daar graag heen. Je hebt er niks aan om hier in een hoekje te gaan zitten.”

Voor het originele artikel zoals verschenen in De Gelderlander van Zaterdag 24 januari 2015 klik hier