‘GEHANDICAPT’ DOETINCHEM 2 WINT VERDIEND VAN WAGENINGEN 2

door Gert-Jan Zonneveld

Dinsdag 12 februari mocht het achttal van Doetinchem 2 thuis in ons thuishonk ’t Brewinc het opnemen tegen het team SV Wageningen 2. Een wedstrijd tussen twee teams die na een matig eerste seizoenshelft onderling moesten uitmaken wie zou aanhaken in het linker rijtje en wie zou afhaken.
Op voorhand was het niet duidelijk wie de favoriet was; ondanks een licht ratingoverwicht voor Doetinchem had Wageningen een paar keer nipt verloren en in de vorige ronde gehakt gemaakt van Kameleon. Dus ... Daarnaast kreeg ik een paar dagen voor deze ontmoeting de onheilstijdingen dat zowel Niels als Marcel geveld waren door de o zo beruchte mannengriep; als invallers zou naast mijzelf Bram Zaalmink invallen (tot nu toe nog ongeslagen bij Doetinchem 2). Verder zou Wim Lenderink spelen omdat hij reglementair nog een 2e keer moest meespelen met ons team; zeker geen verzwakking als je de partijen van Wim de afgelopen seizoenen ziet.
Voor de start van de wedstrijd had ik even overleg met de hoogste bordspelers omtrent de opstelling; besloten werd om enkele sterkere spelers wat borden te laten zakken en deze zoveel mogelijk met wit te laten spelen en dat ondergetekende zich zou ‘opofferen’ op een hoger bord, om op die manier de kans op een goed eindresultaat te vergroten. In de praktijk dus Iloy op 1, Roel op 2, Gert-Jan op 3, Thomas op 4, Wim op 5, Bram op 6, Adri op 7 en Bert op 8. Zo gezegd zo gedaan en na de plichtplegingen werden om ca. 20.00 uur de klokken aangezet en werden de eerste zetten op de borden uitgevoerd.
Na ruim een uur spelen maar eens langs de borden gelopen; voor zover ik er kijk op had zag het er redelijk gunstig uit; Iloy stond al redelijk snel beter, Roel had ook een prettig voordeeltje, ondergetekende had een ‘enge’ opening overleefd, Thomas had ruimte voordeel, Wim stond gedrukt en leek een pion te gaan verliezen, Bram had ook een leuk prettig plusje, Adri stond zeker niet minder, en Bert had een gelijke stelling overgehouden.

Als eerste kwam Adri bij mij of hij remise mocht aanbieden; Adri was al niet helemaal ‘fit’ achter het bord gekropen, vermoedelijk ook ‘mannengriepachtige’ verschijnselen en derhalve stemde ik toe dat hij remise mocht aanbieden. Zo gebeurde het ook en zijn tegenstander had ook geen goed excuus om dit aanbod te weigeren. Kort daarna bleek Wim inderdaad een pion verkwanseld te hebben en daarbij ook nog eens in een troosteloos eindspel geraakt. Zijn tegenstander uit Wageningen had geen moeite om de vis op het droge te krijgen. Tussenstand : 0,5 – 1,5.
Na nog een half uur spelen gaf Bram remise in een volgens mij toch wel prettigere stelling voor hem. Had ik het nu goed gezien dat hij een hele pion voorstond? Nu moet ik eerlijk bekennen dat ik niet heel aandachtig zijn stelling had gezien, maar gezien zijn spel de gehele partij dacht ik dat er winstkansen waren. Volgende keer even overleggen met de teamcaptain, Bram!
Even later bracht Iloy ons weer langszij; in een Caro Kann won hij een pionnetje waarvoor in ruil zijn tegenstander wat initiatief kreeg. Deze meende echter d.m.v. een stukoffer Iloy’s koningstelling te kunnen slechten, maar die had verder gekeken. Langzaam maar zeker wist Iloy zich aan de druk te ontworstelen en zijn materiële voorsprong te verzilveren. Tussenstand derhalve 2-2, met nog 4 partijen te gaan.

Roel had zijn iets prettiger ogende stelling ietwat ‘mishandeld’ en het witte voordeel was als sneeuw voor de zon verdwenen; sterker het loperpaar van zijn tegenstander oogde gevaarlijker dan het paard en de loper van Roel. Zijn tegenstander bood remise aan, waarop Roel na een korte blik op de overige borden, welke in het voordeel van Doetinchem waren, akkoord ging.
Daarna mocht ikzelf het genoegen smaken van een overwinning en wel een hele goede als ik zo onbescheiden mag zijn, al dacht ik in de opening er anders over. Na de volgende zetten:
1 Pc3 (van Geet opening) c5 2 Pf3 Pc6 3 d4 cxd4 4 Pxd4 g6 5 Lf4 Lg7 6. Pdb5 d6 dacht ik dat mijn tegenstandster met 7. Lxd6 een stuk kon offeren voor 2 pionnen met daarbij een prettige aanvalsstelling na. 7 … exd6 8 Pxd6+. Waar speel je je koning heen met zwart? 8 …. Kf8 lijkt gedwongen maar dan krijgt wit volgens mij prettiger spel omdat zowel mijn paard op g8 maar vooral de toren op h8 dood hout lijken. Echter 8. .. Ke7 ! is beter en dan heeft wit weinig tot niets (al moet zwart nog wel wat lastige klippen ontwijken). Gelukkig speelde ze 7. Dd2 waarna ik met 7. ... a6 het zwarte paard tot een verklaring kon dwingen. Deze ging terug naar a3 (offeren op d6 is niets), waarna ik rustig kon verder ontwikkelen en een tikje beter kwam te staan. Na 14. … Pa5 stond de volgende stelling op het bord:

Ik vond mijzelf wel prettiger staan; een Siciliaanse Draakachtige stelling, met een mooie loper op g7 harmonieuze structuur en dreig verder te vereenvoudigen met bijv. 15. … Pc4 of Ph5. Mijn sympathieke tegenstandster had rustig iets als 15. Pe2 of Kb1 kunnen spelen, maar met één grafzet, namelijk 15 b3 ?? (één beurt overslaan was beter geweest), kon ik een stuk ophalen middels 15. .. Ph5 ! 16. Ped5 Pxf4 17. Dxf4 Lxc3. Dit materiële voordeel gaf ik niet meer uit handen en na nog een aantal zetten gaf ze op toen mat of torenverlies niet meer te vermijden was. Tussenstand 3,5 – 2,5 met nog 2 partijen te gaan, en nog een punt nodig om de twee matchpunten bij te schrijven.
Zowel Bert als Thomas waren in de tijdnoodfase aanbeland; Bert had met wit eigenlijk de gehele partij geen duidelijk voordeel gehad; zijn tegenstandster kende de Franse doorschuifvariant op haar duimpjes; ook in het eindspel bleef ze goed spelen, echter ze hield iets minder tijd over en kon daardoor een zetherhaling, die Bert handig in de stelling had gevlochten, niet meer voorkomen; 4-3 derhalve, dus alle ogen richtten zich op de partij van Thomas.
Deze had zijn ruimtelijk voordeel omgezet in kwaliteitswinst, maar moest wel even alert zijn op een zwarte aanval op de witte koningstelling. Thomas zei op een gegeven moment tegen me: “ ik denk dat ik het allemaal goed heb doorgerekend, zoniet dan verlies ik de partij”. Gelukkig had Thomas het inderdaad goed doorgerekend; een kwaliteit werd een vol stuk en zijn tegenstander verbruikte meer tijd om de witte dreigingen te pareren. Toen uiteindelijk een geforceerd mat in de stelling kwam hield de Wageningen speler het voor gezien en reikte hij Thomas zijn hand. Derhalve een 5-3 eindstand, verdiend over het geheel genomen en dat ook met twee invallers. Een goede teamprestatie die we de komende 2 rondes hopen door te zetten; eerst op 12 maart a.s. uit tegen De Kameleon, die troosteloos onderaan staan met 0 punten, en tot slot op 5 april tegen ASV 5 in de gezamenlijke slotronde te Arnhem.

Uw schakende verslaggever
Gert-Jan Zonneveld.
 

OSBO; Klasse 2F; Ronde 5; dinsdag 12 februari 2019
         
  SV Doetinchem 2 1592

-

Wageningen 2 1559 5 - 3
1 Iloy Timmerman 1609 - Joren Mulder 1724 1 - 0
2 Roel Evertse 1851 - Erik van Wijngaarden 1707 ½ - ½
3 Gert-Jan Zonneveld 1468 - Karin Jeuken 1658

1 - 0

4 Thomas Bijl 1788 - Jaap Melgers 1585 1 - 0
5 Wim Lenderink 1425 - Arnoud Roothaan 1415 0 - 1
6 Bram Zaalmink 1389 - Wim Wiegant 1521 ½ - ½
7 Adri Maranus 1532 - Steef Bijlmakers 1458 ½ - ½
8 Bert van Zutphen 1672 - Anja Janssen 1404 ½ - ½