|
TWEEDE VERLIES DOETINCHEM
Door Roel Evertse
Natuurlijk hadden we op papier
niet zo veel kans tegen Oud Zuylen, een van de sterkste tegenstanders
uit de poule. Maar anders dan tegen ASC, toen we vrij kansloos de boot
ingingen, keerden we uit Utrecht terug met het gevoel dat we vrij
klunzig en onnodig verloren hadden. En uiteindelijk mochten we niet eens
mopperen dat het slechts een nederlaag met 5-3 werd, terwijl we lang
tegen een 4˝-1˝ achterstand aankeken, met nog twee resterende partijen,
die beide minder voor ons stonden.
De zaken maar even in chronologische volgorde. Ik kon mij na anderhalf
uur spelen geheel aan mijn taak van teamleider wijden. Zelf had ik een
kwartier “bedenktijd” gebruikt, voornamelijk wandeltijd, terwijl mijn
tegenstander de theorie van de Aljechin aan het herontdekken was. Dat
deed hij bekwaam, zij het dat hij afwikkelde naar een dooie stelling
(˝-˝).
Henny speelde een uitstekende partij tegen Ed van Eeden, die om ruzie in
het team te voorkomen op het 8e bord speelde, ver beneden
zijn stand, maar zijn 100%-score ging er tegen onze man aan. Wellicht
had er zelfs meer ingezeten dan remise, maar gezien de belabberde score
van Henny werd geen risico genomen (1-1).
Onverwacht kwamen we op achterstand. Theo had een prettige drukstelling
tegen een geďsoleerde pion, zag mooie visioenen van gewonnen eindspelen,
maar deed iets onnozels en stond tot eigen verbijstering en die van uw
verslaggever ineens mat. (2-1).
Dat Peter ging verliezen kwam niet onverwacht. Hij heeft helaas geen
enkele kans gehad. Door een schijnoffer van zijn tegenstander was hij
een pion achter gekomen, verloor er nog eentje en toen was er geen
houden meer aan. (3-1)
Sander begon met een grote voorsprong in bedenktijd aan zijn partij,
omdat er op het laatste moment nog een invaller opgetrommeld moest
worden door de tegenstander. Die had de sneeuwbuien getrotseerd, was
onderweg nog geslipt, kwam klunend binnen om 13.50 uur, keek verdwaasd
om zich heen, alsof hij een controlepost zocht om zijn kaart te laten
stempelen, deed in de gauwigheid een paar zetten tegen de verbouwereerde
Sander, en voerde ten slotte de psychologische druk tot immense hoogte
op door aan de wijn te gaan. Het siert Sander dat hij zich niet van de
wijs liet brengen en een verdienstelijke remise boekte (3˝-1˝).
En dan was er het “drama Nederkoorn”. Er rust een vloek op zijn
partijen, die hij met wit speelt, terwijl hij met zwart de sterren van
de hemel speelt. Aanvankelijk leek er geen vuiltje aan de lucht.
Gelukkig kreeg hij deze keer eens niet de kans om na drie zetten een
pion achter te komen en was hij met een pluspion en een prachtig paard
tegen een slechte loper uit de opening gekomen. Deze weelde – zou daar
de verklaring liggen? - was helaas niet aan hem besteed. Anders dan we
van hem gewend zijn knoeide hij dat het een aard had (4˝-1˝). Daarmee
was de wedstrijd beslist en mochten M&M proberen de score nog een
dragelijk aanzien te geven.
Marius stond 5 uur lang minder, verloren of slecht, maar heeft de
prettige eigenschap nooit te versagen. Waar een ander uit pure
frustratie maar eens een “dynamische krachtzet” op het bord zou kwakken
en dan zou kunnen opgeven, blijft Marius rustig zijn zetjes doen,
waarbij hij zijn tegenstander stiekem met zachtjes hoofdwiegen
hypnotiseert. Ineens was het remise. (5-2)
En toen was er nog Marino. Er wordt wel eens beweerd dat men in de 3e
klasse altijd nog een kans krijgt, hoe slecht je ook staat. Deze partij
kan voor die stelling model staan. Marino won in diepste benauwenis en
inmiddels verbannen naar de kegelbaan, omdat de schakers onder de voet
gelopen dreigden te worden gelopen door line-dansende 50+-ers. Wat had
ik dat graag gezien! Brrr! (5-3)
OUD ZUYLEN |
- |
SV DOETINCHEM |
5 - 3 |
Jaap van der Tuuk |
(2127) |
- |
Theo Goossen |
(2072) |
1 - 0 |
Wilbert Surewaard |
(2130) |
- |
Roel Evertse |
(2048) |
˝ - ˝ |
Huib Olij |
(1998) |
- |
Kees Nederkoorn |
(2002) |
1 - 0 |
Matthias Oomens |
(2133) |
- |
Marius van Hal |
(2028) |
˝ - ˝ |
Ruud Hoogenboom |
(2110) |
- |
Peter Roessel |
(1816) |
1 - 0 |
Hans de Lange |
(1800) |
- |
Sander van Vucht |
(1820) |
˝ - ˝ |
Rob van de Walle |
(1961) |
- |
Marino Küper |
(2033) |
0 - 1 |
Ed van Eeden |
(2086) |
- |
Henny Haggeman |
(1868) |
˝ - ˝ |
|
|