Ter leering ende vermaeck (14)

door Niels van der Mark



Over gambieten enzo

 

Gambiet

Een gambiet is een schaakopening waarin een speler materiaal offert, meestal een pion maar soms ook wel een stuk of meer, in de hoop compensatie te krijgen door een ontwikkelingsvoorsprong, een betere pionnenstructuur of een ander positioneel voordeel.

(bron: www.encyclo.nl)

 

 


Het schaken kent vele openingen die als een gambiet worden aangeduid. Bekend zijn het Damesgambiet, het Koningsgambiet en het Blackmar-Diemer gambiet. Openingen waarin je een pion offert, niet om hem zo snel mogelijk terug te winnen, maar om een voorsprong te krijgen in ontwikkeling. Maar heb je ooit gehoord van het Krogiusgambiet, het Schnitzlergambiet of het Buschgambiet? Ik ben eens gaan rondzoeken en het is onvoorstelbaar hoeveel gambieten er bestaan. Over de speelbaarheid van veel van deze gambieten kun je je twijfels hebben. Soms krijgen gambieten tijdelijk weer een opleving. Zoals in 1995 toen Kasparov tot twee maal toe het Evansgambiet speelde en daar Jeroen Piket mee versloeg. ( 1.e4 45 2.Pf3 Pc6 3.Lc4 Lc5 4.b4?!)

Onmiddellijk kwam het weer overal voor in het toernooischaak om vervolgens weer langzaam te verdwijnen.



Gambiet was een veel gehoord woord de afgelopen ronde rapidschaak. Het begon allemaal bij Frans, die tegen mij het volgende speelde. 1.Pf3 d5 2.e4?!

(Kan ook ontstaan vanuit de Scandinavische verdediging, na 1.e4 d5 2.Pf3) Ik moet eerlijk bekennen dat ik dacht dat Frans zich per ongeluk vergrepen had aan zijn e-pion en maar wat deed. Ik nam de pion, gniffelde wat waarop Frans 3.Pg5 speelde, mij aankeek en zei:’ Dit is het Tennisongambiet, ik weet alleen niet meer of ik het nog zo goed weet.’ Ik won de partij uiteindelijk na een slechte zet van Frans, maar het had ook heel anders kunnen lopen. Regelmatig dreigde ik aan alle kanten te verliezen en na 10 zetten stond Frans duidelijk beter. Thuis gekomen heb ik het gelijk opgezocht en inderdaad het bestaat; het Tennisongambiet. Een gambiet vernoemd naar de Amerikaan Otto M Tennison, die leefde van 1834 tot 1909. In mijn database kom ik slechts 2 partijen tegen van meneer Tennison, allebei simultaanpartijen die hij speelde tegen de grote Emmanuel Lasker, allebei in 1893, dus dat zal wel tijdens dezelfde simultaanseance zijn. Eén keer wint Lasker en één keer verliest Lasker. Verder is er over deze meneer weinig te vinden, alleen dat hij in 1891 in een schaaktijdschrift voor het eerst over deze opening publiceert. Kennelijk een sterke amateur. Als het om het Tennisongambiet zelf gaat, vind ik 441 partijen in mijn database, een aardige oogst. Hoe correct, fout of gevaarlijk is dit gambiet nu eigenlijk? Aan de hand van mijn partij tegen Frans (voor zover hij goed in mijn hoofd zit) wil ik er nog even naar kijken.

Er volgde 2…dxe4 (want zo’n gambiet hoor je eigenlijk aan te nemen) 3.Pg5 De hoofdvariant. Is 408 keer gespeeld en daarin scoorde wit 45,1% een zeer matige score dus. ( Af en toe zal ik achter een zet het scoringspercentage van wit vermelden voor de statistici onder ons) De partij ging als volgt verder. 3…Pf6 4 Pc3?!(43,9%)

Niet de sterkste voortzetting voor wit. Beter lijkt 4.Lc4 (59,1%) e6 (loper op c8 ingesloten) 5.Pc3 Le7 6.Pgxe4 (68,8%) Niet goed is 5…Dd4 6.De2 (78,1% bij 16 partijen)

Na 4.Pc3?! volgde 4…Lf5 5.Lc4 e6 6.f3!

Dit is een mooi voorbeeld van: ‘niet nemen die pion!’ Dus deed ik het wel en na 6…exf3? 7.Dxf3 (56,7%) Pc6 speelde wit 8.Pxf7!

De beste voortzetting voor zwart is nu 8…Dd4 (nieuwtje!) maar zie in deze stelling je hoofd maar eens koel te houden. Vooral als medeclubgenoten je er op wijzen dat je je matbeelden niet goed onder de knie hebt. Ik nam het paard met 8…Kxf7 waarop 9.Dxf5 volgde en wit goed staat. Er volgde nog 9…Pd4 10.Dd3 Lc5 en in mijn database vind ik nog 2 partijen ( van amateurs overigens) met deze stelling. Uiteindelijk won ik de partij, maar volgens mij na een paar keer goed verloren te hebben gestaan. Voor wie interesse gekregen heeft in het Tennisongambiet heb ik nog een aardig artikel op het internet gevonden. http://www.ericschiller.com/pdf/Tennison%20Gambit.pdf


Overige gambieten die ik die avond nog heb gezien waren het Damegambiet en het Koningsgambiet. Minder gevaarlijk en roekeloos als het Tennisongambiet. Een zeer gevaarlijk gambiet dat regelmatig gespeeld werd is het Hamergambiet. Het schijnt alleen in de Achterhoek voor te komen. Het zijn niet zozeer de zetten die voor dreiging zorgen, maar de omstandigheden tijdens de partij. Regelmatig wordt er tussen de zetten door: ‘Tsjop, tsjop, tsjop’ geroepen, wat erg intimiderend is en alsof dat niet genoeg is gaat de analyse naderhand gepaard met rake mokerslagen op je schouders. Dit gambiet is overigens het best te weerleggen door aan het begin van de partij een glas witte wijn aan te bieden.

Zuuk6 ermee, Niels van der Mark


Het hamstergambiet