Het uiteindelijke doel van het schaakspel is om de
vijandelijke Koning mat te zetten. In veel schaakpartijen komt dat er niet
van, aangezien de partij meestal opgegeven wordt als het verlies
onvermijdelijk is. Dat je tegenstander je met een Dame extra mat kan zetten
geloof je wel, hij hoeft het niet meer te bewijzen. Hoe anders gaat dat met
kinderen! Die spelen door tot het gaatje. Al hebben ze alleen nog maar een
Koning en de ander praktisch al zijn stukken nog, ze blijven het proberen.
En vaak wordt dat beloond. Wekelijks zie ik patstellingen zoals in de
volgende stelling.

Triomfantelijk zit de witspeler het zwarte antwoord op
zijn laatste zet af te wachten tot de omstanders in de klas het woord “pat”
beginnen te scanderen. Ineens ziet hij het en het ergste is dat dit niet de
eerste keer is. Dit is het lot van de kinderen die goed kunnen schaken. Ze
roven alle stukken van hun tegenstander, maar vergeten dat het om mat gaat.
Dit heeft ook alles te maken met de schaakontwikkeling van kinderen. Eerst
zitten ze in de zogenaamde materiaalfase. Ze willen alleen maar stukken
pakken, dat is belangrijker dan mat. Later komt de ruimtelijke fase, ze gaan
zien hoe stukken velden en lijnen bezetten. Dat besef is er de eerste paar
jaar nog niet echt.
Mat zetten is voor kinderen een ingewikkeld iets, het vraagt een soort
ruimtelijk inzicht dat ze dus meestal nog niet hebben. Het is niet voor
niets dat er zoveel mat-in-één opgaven staan in Stap 1. Ik neem u mee voor
een rondje langs de borden waarin het wel is gelukt. In alle gevallen echter
wel per ongeluk. Dat is voor mij het echte vermaeck.

Uit een partij in groep 4 tussen twee zesjarigen. Een
wonderschone matstelling, waarbij ze zelf een paar keer moesten kijken of
het wel echt mat is. Alle stukken doen hier datgene waar ze goed in zijn.
De volgende stelling is een klein drama. Gijs was met wit echt aan het
winnen, hij stond een Loper en 2 Torens voor, toen Femke haar Paard op d3
zette. Ze zaten ongeveer 10 tellen naar het bord te kijken tot Gijs ineens
uitriep: ”Hé ik sta mat!” Pas op dat moment schrok Femke wakker en ging eens
goed naar de stelling kijken en verscheen er een grote glimlach op haar
gezicht. Snel heb ik ze samen op de foto gezet. Gijs baalde er wel van, maar
was ook trots dat hij samen met Femke iets bijzonders op het bord had gezet.


Onderstaande stelling kwam op het bord tijdens een
schaakles op school. De zwartspeelster had echt in maanden geen partij
gewonnen. Ook hier duurde het een halve minuut eer de speelsters er achter
kwamen dat het mat was. Een soort uitgestelde narrenmat. ( 1.f3, e5 2.g4
Dh4#)Mooi toch. Levert ook weer een lesje verzwakte Koningsstelling op.

Tenslotte onderstaand drama in groep 8. De zwartspeler
dacht dat hij ging verliezen. Wit zou gaan promoveren en het is gelijk mat.
Uit pure wanhoop gaf hij nog maar een schaakje met zijn Dame op h1. Komt hij
erachter dat het mat is!! Niet te geloven. De witspeler heeft 5 minuten met
zijn hoofd in zijn handen gezeten.

Om af te sluiten voor jullie een leuke mat in één puzzel
die we de jeugd ook hebben voorgelegd. Het is een mooie oefening in
ruimtelijk bordinzicht.

Niels van der Mark