Soms leveren eigen partijen leerzaam materiaal op voor
de jeugd. Meestal niet. Meestal gaat het dan over de schaakleraar die zo
graag zijn kunstje wil laten zien. Die tot vermoeiends toe varianten toont
die hij allemaal gezien heeft (lees de computer) terwijl de leerling hem
allang kwijt is. Je komt deze mensen bij de club ook wel tegen. Enthousiaste
schakers die een combinatie aan je beginnen uit te leggen in de trant van:
”Nou mijn Paard stond dus op g5 en zijn Toren had hij net op c6 gezet. Omdat
mijn pionnen op e6, d5 en g6 stonden, o nee wacht even, die pion stond nog
op g7 en mijn Koning net naar f4 gespeeld was, etc etc.” Onnavolgbaar, maar
niemand durft de enthousiaste schaker te onderbreken en knikt vriendelijk
mee, terwijl hij net zo goed Chinees had kunnen spreken.
Goed terug naar de eigen partij, die leerzaam materiaal
oplevert. Mijn partij van afgelopen zaterdag, toen we tegen Beekbergen
speelde was misschien wel zo’n partij en ik heb hem dus gebruikt voor een
les. Een les over de dubbele aanval en de paardvork. Het grootste deel van
de partij laat ik niet zien in de les, dat boeit die kinderen echt niet.
Jullie vinden dat natuurlijk wel heel boeiend, daarom staat hij
hier
helemaal. Twee
momenten laat ik de kinderen zien. Nadat ik ze wat heb uitgelegd over keuzes
in de opening, komen we bij deze stelling uit.

Zwart heeft zojuist zijn Loper naar b7 gespeeld. Waarom
is dat niet goed? Inderdaad, wit kan zijn Paard naar g5 spelen en heeft een
dubbel aanval op f7. Dat spelen we in de les dan even uit en constateren dat
wit materiaal heeft gewonnen.
Dan sla ik het grootste deel van de partij over en kom
bij de volgende stelling uit. (na 29…Lxa5)

Zwart heeft zojuist de witte Toren op a5 geslagen en
het staat materieel weer ongeveer gelijk. Wat speelt wit nu? Je hoopt dat de
kinderen het Paard naar d6 snel zien. Dan komt het. Als de koning naar e7
gaat, wat sla je dan de Toren of de Loper? De variant die we dan
uiteindelijk met elkaar gaan ontdekken is dat als wit de Toren slaat en
zwart terugslaat het andere Paard ineens naar c6 kan met schaak en de Loper
op a5 ook valt. Ook kijken we even naar de stelling als de Koning naar f8
gaat (er kan een mat op h8 ontstaan) Ik denk dat de kinderen zo’n stelling
wel kunnen waarderen.
Daarna gaan de kinderen schaken en terwijl ik langs de
borden loop zie ik overal dubbele aanvallen en dreigende paardvorken. Zo
jammer dat zij het niet zien, maar ik houd mijn mond. Met heel veel moeite.
Niels van der Mark