(49) door Niels van der Mark

 

Schaken kan lijden tot ...

Na een half uurtje stond ik alweer buiten. Ik had van de therapeut zelfs mijn geld terug gekregen. Hij had maar één advies, “stop onmiddellijk met schaken!” U speelt niet zeer matig, omdat het u aan wilskracht en daadkracht ontbreekt”, zo zei hij toen ik zijn kantoor verliet. “Het is precies andersom, het schaken heeft van u een zorgwekkend instabiel en psychisch kwetsbaar mens gemaakt!”
Halverwege het toernooi kwam ook de nieuwe ratinglijst uit en wat ik al vreesde bleek nog erger, ik had het afgelopen kwartaal 53 ratingpunten verloren. Mijn ambitie om naar een 1800-speler te groeien kan voorlopig de koelkast in. Misschien toch te hoog gegrepen? Zeker omdat ik tijdens dit toernooi in Dieren ook al zo’n 75 ratingpunten heb verloren. Hiermee duik ik onder de 1600 een dieptepunt waar ik voor het laatst in 2009 stond. Toch wil ik hier niet gaan somberen en me in allerlei zelfbeklag storten. Eerst maar eens kijken wat ik allemaal geleerd heb de afgelopen tien dagen en kijken hoe ik daar mijn voordeel mee ga doen.
Na mijn goede voornemen in de trant van de dood of de gladiolen, speelde ik op de 6e dag van het ONK in Dieren mijn kortste remise, slechts 19 zetten. Ik kan het niet anders uitleggen dan dat er iets in me knapte toen ik in een iets gunstiger stelling ineens ging afruilen om vervolgens te constateren dat er niks meer was om voor te spelen. Uit schaamte heb ik er ook weinig over vermeld op de sociale media en heb ik er thuis ook over gelogen. (ineens was het pat ofzo)
Ronde 7 bracht me eindelijk mijn eerste overwinning, maar vraag me niet hoe. Ik kwam met zwart wat beroerd uit de opening en na 19 zetten was de volgende stelling bereikt:

Wit heeft een prachtig Paard op c6 staan wat me flink beperkt in mijn mobiliteit. Ik speelde hier het goede 19…Lf8 met het idee de Loper op d6 neer te zetten. Heb ik op mijn beurt ook een soort muur opgebouwd, waar wit lastig doorheen komt. Toen zwart later een Toren ging afruilen, wat hij echt niet had moeten doen, kwam ik steeds lekkerder te staan. Op een gegeven moment werd ik met een enorm dilemma geconfronteerd:

Ik had zojuist schaak gegeven, speelde in bovenstaande stelling mijn Dame naar e2, waarop wit zijn Koning weer terug op g1 zette. Was dit een uitnodiging tot zetherhaling? Kon ik remise forceren? Je begrijpt dat dit voor mij op dat moment een dilemma was. Met de slappe remise van de dag ervoor nog vers in mijn geheugen ging ik hier eens even goed over nadenken en besloot door te spelen. Ik schatte de stelling wat gunstiger voor mij in (ik sta vééél beter) en besloot de pion op a2 te slaan. (beter was eerst f6 en dan de pion op c4 slaan) Wit frommelde vervolgens zijn Dame mijn stelling binnen en na 30.Pd7 kwamen we bij de volgende stelling aan:

Df8# is wel een aardige dreiging van wit. Ik had hier het beste het Paard kunnen slaan volgens de engine, maar ik zag niet dat dat nog steeds oké was voor zwart. Daarom speelde ik mijn Toren naar e2 en berustte al in remise door eeuwig schaak. (31.Df6+ etc) Dit kwam ook op het bord en na de 1e keer herhalen zuchtte ik: ”dan maar remise doen?” “Nou dat valt nog te bezien” zei mijn tegenstander en hij speelde prompt wat anders wat in een bliksemvaart voor hem verloor. Eindelijk mijn eerste overwinning en dat nog wel in een partij waar ik voor het eerst dit toernooi beroerd uit de opening was gekomen.


Lekker op het terras analyseren na de partij

Ik zat weer op 50% en ik merkte dat weer iets van het zelfvertrouwen terugkwam. Dat ik de dag erop weer tegen een jeugdspeler (12 jaar!) mocht deed daar niets aan af, ik zou dat varkentje wel even gaan wassen. Het drama wat plaatsvond is lastig te beschrijven. Ik kan jullie het beste zet voor zet meenemen in die partij. Mogelijk kan ik dan nog op enige compassie rekenen.

Niels van der Mark (1710) – Daan Hubers (1306)
ONK Dieren (ronde 8), 02.08.2017

1.e4 e6 2.d4 d5 3.Pd2

De Franse verdediging en wel de Tarrasch-variant. Ik had gezien dat hij dit tijdens het NK in Assen een paar keer gespeeld had en me goed voorbereid. Kennelijk vermoedde hij dat ook, want hij dacht een paar minuten na en week af met het vreemd uitziende 3…b6 Het ziet er raar uit, maar het is vaker gespeeld. Meestal met de bedoeling om vervolgens 4…La6 te spelen en de wit-veldige lopers af te ruilen, wat in het Frans vaak gunstiger is voor zwart. 4.Ld3 Lb7 5.e5 Ik dacht dat opschuiven het beste was, maar dat valt nog te bezien. 5..c5 6.c3 Pc6 7.Pdf3 f6?

Dit kan nooit goed zijn. Na slaan op f6 komt zwart met en zwakke pion op e6 te zitten, zeker nu zijn Loper op b7 staat. Hier begon ik mijn stelling al wat te overschatten.
8.exf6 Pxf6 9.De2 Dd7

Maar weer eens een diagrammetje zodat jullie het goed kunnen blijven volgen. Ik zag mijn Paard al naar g5 gaan, de Loper naar f5 en het andere paard via h3 naar f4 of misschien wel g5 als ik dat andere Paard ondertussen geofferd heb. Daarna rokeren en klaar is Kees. Op dit moment was ik er van overtuigd dat ik de partij ging winnen, ik vond mijn stelling overweldigend. Hoe nu verder? Omdat hij er zo leuk uit ziet en wel goed moet zijn speelde ik 10.Lf5?! Niet zo goed dus. Beter was bijvoorbeeld 10 Pe5 Pxe5 11.Dxe5 Pg8 12.Dh5+ Kd8 13.Pf3 en wit staat prima (iets beter) Zwart zag echter het beste antwoord op 10.Lf5 niet, (dat was 10…Pe4), en speelde verder zoals ik het ook bekeken had. 10..Lc8 11.Pg5 Pd8 12.Pg1-h3 cxd4 13.Pf4 dxc3

Hier moest ik even goed kijken. Ik had de afgelopen 3 zetten zo’n 20 minuten zitten kijken en rekenen en had geen geforceerde winstvariant gevonden, al was ik ervan overtuigd dat die er moest zijn. Mat of stukverlies, dat moest er toch wel inzitten? Nou, hier heb ik een belangrijke les geleerd. Als je zolang naar een stelling kijkt en geen geforceerde winst ziet, dan is die er waarschijnlijk ook niet. Omdat ik er tijdens de partij wat positiever tegen aankeek, zullen we maar zeggen, besloot ik mijn geplande zetten uit te voeren en dan wel weer verder te kijken. Misschien dat ik het dan zag. 14.Pfxe6 Pxe6 15.Pxe6 (15.0–0 Dc6 16.Pxe6 Lxe6 17.Lxe6 Kd8 18.bxc3 kon ook, niet gezien tijdens de partij) 15...Lb4!

Tsja en dit was wel even schrikken. Al mijn geplande aftrekschaakjes werken niet meer.
Bijvoorbeeld 16.Pc7+ Kf7 17.Lxe6 cxb2+ en wit verliest. Wat een ellende, ik sta helemaal niet zo goed en hoe pareer ik die vervelende dreiging op b2? Nu staat wit hier overigens nog prima, maar ergens in mijn hoofd rees de paniek en werd het steeds lastiger om helder te blijven denken. Het kostte me 10 minuten om het voor de hand liggende antwoord te vinden. En waarom? Omdat ik 8 zetten lang gespeeld had in de overtuiging dat de winst een kwestie van tijd was en er nu achter kwam dat het een luchtballon was. Had ik me ergens in de partij verrekend en een offer ofzo over het hoofd gezien? Ik speelde 16.0–0 De7 en ging hier in de fout met 17.Db5+? 17.a3 was beter geweest en de computer laat ook de variant 17.Te1! cxb2 18.Lxb2 Lxe1 19.Txe1 Lxe6 zien. Wit komt een kwaliteit en een pion achter, maar staat toch overwegend. Ja, dat gaat mij toch boven de pet. Er volgde 17...Kf7 18.Pg5+ Kg8 19.Lxc8 (19.Dc6! was iets beter) 19...Txc8 20.bxc3 Lxc3 21.Tb1 en we zijn bij de volgende troosteloze stelling aangekomen.

Natuurlijk, wit staat nog niet verloren, maar ik sta wel slechter en er staat me nog een lange verdediging te wachten tegen die d-pion. Ik laat de rest van de partij niet meer zien. Je zult begrijpen dat ik mijn Loper keurig naar e3 heb gespeeld, mijn Paard naar f3, een Toren op de d-lijn en uiteindelijk toch weggedrukt werd, zeker nadat mijn 12-jarige tegenstander de dames wist te ruilen. Het enige lichtpuntje was dat ik thuis geen prachtige offervarianten vond die toch hadden gewonnen. Tot mijn verbazing bleek mijn voordeel tijdens de partij erg mee te vallen, ook al stond ik tussen zet 9 en 17 duidelijk beter.
De partij in de laatste ronde eindigde voor de verandering in een remise. Dit keer vooral, omdat mijn tegenstander echt alles dichtschoof en alles afruilde wat er af te ruilen was. Ik kon er niet zoveel tegenin brengen, maar vond het eigenlijk ook wel prima zo. Na 1 winstpartij, 2 verliespartijen en 6 remises zit het ONK er op. Blij toe, ik doe voorlopig even geen toernooitjes meer. Er zou een sticker met een waarschuwing op een doosje schaakstukken moeten komen. “Schaken kan lijden tot,” en vul de rest zelf maar in.
Eerst maar een paar weken ontspannen zomerschaken op de club en dan zie ik wel weer verder. Misschien kan ik door een paar goede Bondswedstrijden het komende seizoen mijn rating weer een beetje de goede kant op krijgen? Kijk, de ambitie begint nu alweer te komen…

Niels van der Mark

Klik hier voor meer