Na een half uurtje stond ik alweer buiten. Ik had van de therapeut zelfs
mijn geld terug gekregen. Hij had maar één advies, “stop onmiddellijk met
schaken!” U speelt niet zeer matig, omdat het u aan wilskracht en daadkracht
ontbreekt”, zo zei hij toen ik zijn kantoor verliet. “Het is precies
andersom, het schaken heeft van u een zorgwekkend instabiel en psychisch
kwetsbaar mens gemaakt!”
Halverwege het toernooi kwam ook de nieuwe ratinglijst uit en wat ik al
vreesde bleek nog erger, ik had het afgelopen kwartaal 53 ratingpunten
verloren. Mijn ambitie om naar een 1800-speler te groeien kan voorlopig de
koelkast in. Misschien toch te hoog gegrepen? Zeker omdat ik tijdens dit
toernooi in Dieren ook al zo’n 75 ratingpunten heb verloren. Hiermee duik ik
onder de 1600 een dieptepunt waar ik voor het laatst in 2009 stond. Toch wil
ik hier niet gaan somberen en me in allerlei zelfbeklag storten. Eerst maar
eens kijken wat ik allemaal geleerd heb de afgelopen tien dagen en kijken
hoe ik daar mijn voordeel mee ga doen.
Na mijn goede voornemen in de trant van de dood of de gladiolen, speelde ik
op de 6e dag van het ONK in Dieren mijn kortste remise, slechts 19 zetten.
Ik kan het niet anders uitleggen dan dat er iets in me knapte toen ik in een
iets gunstiger stelling ineens ging afruilen om vervolgens te constateren
dat er niks meer was om voor te spelen. Uit schaamte heb ik er ook weinig
over vermeld op de sociale media en heb ik er thuis ook over gelogen.
(ineens was het pat ofzo)
Ronde 7 bracht me eindelijk mijn eerste overwinning, maar vraag me niet hoe.
Ik kwam met zwart wat beroerd uit de opening en na 19 zetten was de volgende
stelling bereikt:
Wit heeft een prachtig Paard op c6 staan wat me flink beperkt in mijn
mobiliteit. Ik speelde hier het goede 19…Lf8 met het idee de Loper op d6
neer te zetten. Heb ik op mijn beurt ook een soort muur opgebouwd, waar wit
lastig doorheen komt. Toen zwart later een Toren ging afruilen, wat hij echt
niet had moeten doen, kwam ik steeds lekkerder te staan. Op een gegeven
moment werd ik met een enorm dilemma geconfronteerd:
Ik had zojuist schaak gegeven, speelde in bovenstaande stelling mijn Dame
naar e2, waarop wit zijn Koning weer terug op g1 zette. Was dit een
uitnodiging tot zetherhaling? Kon ik remise forceren? Je begrijpt dat dit
voor mij op dat moment een dilemma was. Met de slappe remise van de dag
ervoor nog vers in mijn geheugen ging ik hier eens even goed over nadenken
en besloot door te spelen. Ik schatte de stelling wat gunstiger voor mij in
(ik sta vééél beter) en besloot de pion op a2 te slaan. (beter was eerst f6
en dan de pion op c4 slaan) Wit frommelde vervolgens zijn Dame mijn stelling
binnen en na 30.Pd7 kwamen we bij de volgende stelling aan:
Df8# is wel een aardige dreiging van wit. Ik had hier het beste het Paard
kunnen slaan volgens de engine, maar ik zag niet dat dat nog steeds oké was
voor zwart. Daarom speelde ik mijn Toren naar e2 en berustte al in remise
door eeuwig schaak. (31.Df6+ etc) Dit kwam ook op het bord en na de 1e keer
herhalen zuchtte ik: ”dan maar remise doen?” “Nou dat valt nog te bezien”
zei mijn tegenstander en hij speelde prompt wat anders wat in een
bliksemvaart voor hem verloor. Eindelijk mijn eerste overwinning en dat nog
wel in een partij waar ik voor het eerst dit toernooi beroerd uit de opening
was gekomen.
Lekker op het terras analyseren na de partij
Ik zat weer op 50% en ik merkte dat weer iets van het zelfvertrouwen
terugkwam. Dat ik de dag erop weer tegen een jeugdspeler (12 jaar!) mocht
deed daar niets aan af, ik zou dat varkentje wel even gaan wassen. Het drama
wat plaatsvond is lastig te beschrijven. Ik kan jullie het beste zet voor
zet meenemen in die partij. Mogelijk kan ik dan nog op enige compassie
rekenen.
Niels van der Mark (1710) – Daan Hubers (1306)
ONK Dieren (ronde 8), 02.08.2017
1.e4 e6 2.d4 d5 3.Pd2
De Franse verdediging en wel de Tarrasch-variant. Ik had gezien dat hij dit
tijdens het NK in Assen een paar keer gespeeld had en me goed voorbereid.
Kennelijk vermoedde hij dat ook, want hij dacht een paar minuten na en week
af met het vreemd uitziende 3…b6 Het ziet er raar uit, maar het is
vaker gespeeld. Meestal met de bedoeling om vervolgens 4…La6 te spelen en de
wit-veldige lopers af te ruilen, wat in het Frans vaak gunstiger is voor
zwart. 4.Ld3 Lb7 5.e5 Ik dacht dat opschuiven het beste was, maar dat
valt nog te bezien. 5..c5 6.c3 Pc6 7.Pdf3 f6?
Dit kan nooit goed zijn. Na slaan op f6 komt zwart met en zwakke pion op e6
te zitten, zeker nu zijn Loper op b7 staat. Hier begon ik mijn stelling al
wat te overschatten.
8.exf6 Pxf6 9.De2 Dd7
Maar weer eens een diagrammetje zodat jullie het goed kunnen blijven volgen.
Ik zag mijn Paard al naar g5 gaan, de Loper naar f5 en het andere paard via
h3 naar f4 of misschien wel g5 als ik dat andere Paard ondertussen geofferd
heb. Daarna rokeren en klaar is Kees. Op dit moment was ik er van overtuigd
dat ik de partij ging winnen, ik vond mijn stelling overweldigend. Hoe nu
verder? Omdat hij er zo leuk uit ziet en wel goed moet zijn speelde ik
10.Lf5?! Niet zo goed dus. Beter was bijvoorbeeld 10 Pe5 Pxe5 11.Dxe5
Pg8 12.Dh5+ Kd8 13.Pf3 en wit staat prima (iets beter) Zwart zag echter het
beste antwoord op 10.Lf5 niet, (dat was 10…Pe4), en speelde verder zoals ik
het ook bekeken had. 10..Lc8 11.Pg5 Pd8 12.Pg1-h3 cxd4 13.Pf4 dxc3
Hier moest ik even goed kijken. Ik had de afgelopen 3 zetten zo’n 20 minuten
zitten kijken en rekenen en had geen geforceerde winstvariant gevonden, al
was ik ervan overtuigd dat die er moest zijn. Mat of stukverlies, dat moest
er toch wel inzitten? Nou, hier heb ik een belangrijke les geleerd. Als je
zolang naar een stelling kijkt en geen geforceerde winst ziet, dan is die er
waarschijnlijk ook niet. Omdat ik er tijdens de partij wat positiever tegen
aankeek, zullen we maar zeggen, besloot ik mijn geplande zetten uit te
voeren en dan wel weer verder te kijken. Misschien dat ik het dan zag.
14.Pfxe6 Pxe6 15.Pxe6 (15.0–0 Dc6 16.Pxe6 Lxe6 17.Lxe6 Kd8 18.bxc3 kon
ook, niet gezien tijdens de partij) 15...Lb4!
Tsja en dit was wel even schrikken. Al mijn geplande aftrekschaakjes werken
niet meer.
Bijvoorbeeld 16.Pc7+ Kf7 17.Lxe6 cxb2+ en wit verliest. Wat een ellende, ik
sta helemaal niet zo goed en hoe pareer ik die vervelende dreiging op b2? Nu
staat wit hier overigens nog prima, maar ergens in mijn hoofd rees de paniek
en werd het steeds lastiger om helder te blijven denken. Het kostte me 10
minuten om het voor de hand liggende antwoord te vinden. En waarom? Omdat ik
8 zetten lang gespeeld had in de overtuiging dat de winst een kwestie van
tijd was en er nu achter kwam dat het een luchtballon was. Had ik me ergens
in de partij verrekend en een offer ofzo over het hoofd gezien? Ik speelde
16.0–0 De7 en ging hier in de fout met 17.Db5+? 17.a3
was beter geweest en de computer laat ook de variant 17.Te1! cxb2 18.Lxb2
Lxe1 19.Txe1 Lxe6 zien. Wit komt een kwaliteit en een pion achter, maar
staat toch overwegend. Ja, dat gaat mij toch boven de pet. Er volgde
17...Kf7 18.Pg5+ Kg8 19.Lxc8 (19.Dc6! was iets beter) 19...Txc8
20.bxc3 Lxc3 21.Tb1 en we zijn bij de volgende troosteloze stelling
aangekomen.
Natuurlijk, wit staat nog niet verloren, maar ik sta wel slechter en er
staat me nog een lange verdediging te wachten tegen die d-pion. Ik laat de
rest van de partij niet meer zien. Je zult begrijpen dat ik mijn Loper
keurig naar e3 heb gespeeld, mijn Paard naar f3, een Toren op de d-lijn en
uiteindelijk toch weggedrukt werd, zeker nadat mijn 12-jarige tegenstander
de dames wist te ruilen. Het enige lichtpuntje was dat ik thuis geen
prachtige offervarianten vond die toch hadden gewonnen. Tot mijn verbazing
bleek mijn voordeel tijdens de partij erg mee te vallen, ook al stond ik
tussen zet 9 en 17 duidelijk beter.
De partij in de laatste ronde eindigde voor de verandering in een remise.
Dit keer vooral, omdat mijn tegenstander echt alles dichtschoof en alles
afruilde wat er af te ruilen was. Ik kon er niet zoveel tegenin brengen,
maar vond het eigenlijk ook wel prima zo. Na 1 winstpartij, 2
verliespartijen en 6 remises zit het ONK er op. Blij toe, ik doe voorlopig
even geen toernooitjes meer. Er zou een sticker met een waarschuwing op een
doosje schaakstukken moeten komen. “Schaken kan lijden tot,” en vul de rest
zelf maar in.
Eerst maar een paar weken ontspannen zomerschaken op de club en dan zie ik
wel weer verder. Misschien kan ik door een paar goede Bondswedstrijden het
komende seizoen mijn rating weer een beetje de goede kant op krijgen? Kijk,
de ambitie begint nu alweer te komen…
Niels van der Mark