
Het ONK in Dieren zit er op. Een bonte verzameling van 466 schakers heeft
daar de afgelopen 2 weken verschillende toernooien afgewerkt, waaronder ook
een aantal Doetinchemmers. Ik heb daar op Facebook al het een en ander over
geschreven, dat ga ik niet allemaal herhalen, maar wil hier toch even
stilstaan bij alles wat ik mocht aanschouwen tijdens mijn aanwezigheid. Want
eigenlijk is het toch wel een bijzonder volkje, die schakers. Want wat
beweegt je om midden in de zomer, als het tropisch warm is, in een sporthal
te gaan zitten om met houtjes te schuiven?
Tijdens de eerste week van het open toernooi was het buiten bijzonder warm.
De 40 graden werd een paar keer aangetikt en menig Nederlander deed zijn
beklag (daar zijn we goed in) dat dit nou ook weer niet hoefde. In de
speelzaal liep de temperatuur vanzelfsprekend ook flink op. We begonnen met
een aanvaardbare 25 graden, maar in de loop van de middag ging dat snel over
de 30. En al had ik een korte broek en luchtig T-shirtje aan, ik vroeg me
toch regelmatig af, terwijl ik boven mijn bord zat te druppelen, wat ik hier
nou deed? Tot mijn verbazing zag ik echter dat een aanzienlijk deel van de
schakers gekleed ging in lange broek, wollen sokken met dichte schoen en
lange mouwen. Soms zelfs met een T-shirt eronder of een colbertjasje aan. En
dat niet alleen, na een aantal dagen viel het me op dat de outfit bij een
aantal niet veranderde, ze liepen gewoon dagen achter elkaar in hetzelfde
kloffie te gutsen en te zweten. Een verklaring zou kunnen zijn dat een
sporter niet van pen of kleding wisselt zolang hij aan het winnen is, maar
ik betwijfel of dit hier opgaat. Misschien dat het modegevoel bij veel
schakers niet zo sterk ontwikkeld is, maar bijzonder is dit wel.
Ik had de 2e week van het toernooi een schaker uit de hoofdgroep te logeren,
over rare jongens gesproken. Een heel aardige man overigens, maar als we na
afloop samen terugreden kon hij de hele reis een gesprek voeren in de trant
van: ‘Als ik nu Toren c1 gespeeld had, kwam Koning d5, Loper g3, Toren naar
g6 en loopt de pion door, misschien eerst de pion naar h4, maar dan Toren
naar h7 en dan is mijn eigen Toren wat inactief, tenzij het Paard eerst, etc
etc’. We kennen dit fenomeen allemaal, dat een speler je na zijn partij er
iets over wil vertellen en dat je na 3 seconde de stelling niet meer voor je
ziet en geen flauw idee hebt waar het over gaat, maar je laat hem even
doorpraten, want je ziet dat hij het voor hem fijn is, om het nog een keer
te kunnen beleven. Alleen toen we later in een restaurant aan het eten waren
en het al een tijdje stil was, sprak hij vanuit het niets:’ Ik had de Koning
niet naar f4 hoeven spelen, hij had ook gewoon naar e2 gekund, dan was er
niets aan de hand geweest’. Ik kon natuurlijk alleen maar instemmend
knikken, alsof ik wist waar hij het over had.
In de laatste week van het toernooi gebeurde er iets dat zelfs de landelijke
pers haalde, er werd een valsspeler betrapt. Een jonge gast die opvallend
vaak van het bord wegliep om, zo bleek naderhand, even zijn mobiel te
raadplegen over welke zet te spelen. Bij navraag naderhand werd me verteld
dat de boosdoener al voor het toernooi in de gaten werd gehouden en er zelfs
een metaaldetector besteld was om hem te kunnen betrappen. Alleen dit
apparaat werd maar niet geleverd, waardoor de organisatie weinig kon doen,
behalve een soort dossier opbouwen. (er kwamen regelmatig spelers klagen bij
de organisatie over zijn gedrag) Toen in de laatste week de metaaldetector
arriveerde kon hoofdarbiter Koos Stolk de zondaar dan ook snel betrappen en
uit het toernooi verwijderen. Hem hangt waarschijnlijk een schorsing van 1
of 2 jaar boven het hoofd, ook omdat dit niet de eerste keer was dat hij dit
flikte. De organisatie deed een discrete mededeling op de website, zonder
zijn naam te noemen, maar onze clubgenoot Piet-Heyn vond dat te mild en
schreef zijn naam voluit op de Facebook pagina van het toernooi, aangevuld
met enkele subtiele verwensingen. Prachtig, ik heb geloof ik een kwartier in
een deuk gelegen toen ik het las.
Hoe hebben de Doetinchemmers het nu eigenlijk gedaan dit toernooi? Echte
uitblinkers waren er niet, niemand kwam boven de 50%, maar toch moet de
prestatie van Bram Zaalmink wel even vermeld worden. Hij toonde lef door
zich voor de B-groep in te schrijven en kwam moeizaam op gang. In de eerst 5
rondes scoorde hij slechts een halfje en ik begon me af te vragen of hij nog
zou kunnen opkrabbelen? Toen volgde echter 3 overwinningen en stond hij
ineens zelfs boven mij in de ranglijst! De laatste ronde mochten we tegen
elkaar en Bram kwam beter voorbereid achter het bord dan tijdens de
bekerfinale in mei en hield me eenvoudig op remise.

Piet-Heyn begon redelijk aan zijn toernooi en stond halverwege op een
keurige 50%. De laatste 4 rondes kwam daar echter niet veel meer bij,
waardoor hij genoegen moet nemen met 3 uit 9, wat hem wel wat ratingpunten
oplevert overigens. Henk begon slecht aan dit toernooi. Meestal is hij goed
voor een sterke start in Dieren, maar dit jaar liep het allemaal anders. In
de laatste 4 rondes wist hij echter 3 overwinningen te boeken, waardoor hij
toch nog op een nette 4 uit 8 (een ronde niet meegespeeld) kwam. Toch kost
dit toernooi hem waarschijnlijk wel zo’n 25 á 30 ratingpunten. Philippe
Friesen, die het komende seizoen uitkomt voor Doetinchem, speelde een
wisselvallig toernooi, waarin hij geen enkele remise aantekende. Dat zegt
misschien wel iets over zijn strijdlust! Uiteindelijk met 3 uit 9 geen
ratingverlies gezien de sterke tegenstand in de A-groep.
Tsja en dan mijn eigen prestatie. Ik begon goed met een overwinning en een
plusremise, maar daarna leed ik 2 pijnlijke nederlagen. Ik sloot het
toernooi af met 3 remises en een overwinning, maar een vraag bleef maar
terugkomen. Wat vind ik eigenlijk leuk aan schaken? Daarover de volgende
keer meer, in de hoop dat ik daar dan een antwoord op heb gevonden, want nu
ben ik daar niet meer zo zeker meer van.
Niels van der Mark